vrijdag 14 juni 2013

Het kan mij niet schelen

Trillend sta ik daar. Het liefst zak ik door mijn knieën op de grond en sla ik mijn handen voor mijn gezicht. Het liefst begin ik daar een potje te janken, maar ik kan het niet. Er komt geen geluid uit mijn keel en de tranen lijken er niet te zijn. Het is net alsof mijn hoofd met iets heel anders bezig is, dan met het verwerken van dit nieuws. Nog altijd trillend staar ik naar mijn telefoon. Ik durf het sms’je niet nog een keer te lezen, omdat het te veel pijn doet. Ik druk het weg en sla een keer tegen mijn wang. 
Met een opgeplakte glimlach loop ik terug naar het feest. De gang laat ik voor wat het is. Ik zoek mijn vriendinnen weer op. Ik doe net alsof er niets aan de hand is. Ze lijken ook niets door te hebben. Ik lach, ik drink en ik dans. Ik voel het mobieltje wel trillen in mijn broekzak, maar ik negeer het. Ik schreeuw nog harder mee met de muziek. Ik lach nog harder om de grappen van mijn vriendinnen. Ik maak grapjes met andere feestgangers en zie ineens mijn oude jeugdliefde voorbij lopen. Mijn eerste echte vriendje. De jongen waarmee ik alles voor het eerst heb gedaan… Ik glimlach. Door de wijn begint de zaal een beetje te draaien. Hij was mijn eerste echte date, mijn eerste echte zoen en mijn eerste echte vrijpartij. Hij steekt vriendelijk zijn hand naar mij op en ik lach terug. Ik voel het mobieltje weer trillen, maar ik negeer het.

‘Ik ga even naar hem toe,’ zeg ik tegen mijn vriendinnen. 
Heel even zie ik ze bezorgd kijken, maar daar trek ik mij niets van aan. Ik loop op mijn ex af en begin een praatje met hem.
‘Vrijgezel?’ vraag ik na een paar minuten praten aan hem. Hij knikt en haalt lachend een hand door zijn zwarte haar.
Ik zeg niets en trek hem aan zijn arm mee naar de gang waar ik even daarvoor bijna huilend in elkaar gedoken zat. Ik duw hem tegen de muur en begin hem te zoenen. Er lopen mensen langs, maar dat interesseert mij niet. Hij lijkt verbaasd te zijn van mijn zoenen, maar hij duwt mij niet weg.
‘Ben jij niet…?’ vraagt hij na een tijdje zacht in mijn oor.
‘Hou je mond,’ zeg ik terug en zoen hem nog harder. 
Hij streelt met zijn handen over mijn rug en dan verstijf ik ineens. Ik doe niets meer en voel mij verschrikkelijk.
‘Wat is er?’ vraagt hij zacht.
Ik kan niets uitbrengen. Ik voel het mobieltje trillen in mijn zak. Ik staar naar zijn donkerbruine ogen en ik doe mijn mond open om iets te zeggen. Ik schud mijn hoofd en dan komen ineens de tranen. Ik zie niets meer. Mijn schouders schokken heen en weer en ik sla mijn handen voor mijn gezicht. Mijn ex streelt zacht over mijn schouder, maar ik merk het amper.
‘Wat is er meisje?’ vraagt hij heel zachtjes.
En dan komt ineens alles er wel uit. Ik sla mijn ogen open. De tranen blijven stromen, maar het kan mij ineens niets meer schelen.
‘Dit is wat er aan de hand is!’ roep ik kwaad. Ik steek het mobieltje in de lucht. ‘Ik heb al drie jaar een relatie, maar hij heeft het door middel van een sms’je uitgemaakt,’ zeg ik woedend. ‘Vanavond om precies te zijn. Nog geen uur geleden. En waarom? Omdat ik hem vanmorgen heb verteld dat ik borstkanker heb.’
Ik kijk woedend voor mij uit, maar dan begin ik weer heel hard te huilen. De man waarvan ik oprecht veel hou, rent met de staart tussen de benen bij mij vandaan. Hij steunt mij niet. Het is een lafaard. 
Nog harder huilend stort ik mij in de armen van mijn ex, die niet weet wat hij moet zeggen. Ik neem het hem niet kwalijk. Het enige wat ik voel, is pure woede. Ik wil iemand die mij vasthoudt, die mij troost, die mij zegt dat het goed komt. Ik smeek dat mijn ex het zegt, maar het blijft stil. Zuchtend maak ik mij uit zijn armen los.

‘Het spijt me zo,’ zeg ik dan tegen hem. 'Ik had dit niet moeten doen.' Ik draai mij om en loop terug naar mijn vriendinnen.

(fictie)



Geen opmerkingen:

Een reactie posten