dinsdag 28 februari 2012

Ik ben ziek van kleren

Ik was echt met stomheid geslagen. Al die mensen voor één specifieke winkel. Al die mensen die gewoon stonden te wachten tot die winkel haar deuren opende voor duizenden bezoekers op één dag. Al die vrouwen en meisjes die met hebberige ogen naar de etalages stonden te kijken. Het geur van de nieuwe kleding bijna kon ruiken. De knalkleuren groen, geel, rood, blauw en roze kwamen je tegemoet. En dan stond je daar als vrouw gewoon te wachten tot de klapdeuren open zouden gaan en iedereen naar binnen kon stormen…

Maar ik ben zo’n meisje. Ik sta daar ook, net als al die andere zestig vrouwen, te wachten tot die winkel open gaat. En als hij open gaat, dan storm ik naar binnen met een hebberige glimlach op mijn gezicht. Ik gris meteen een grote ‘shoppingbag’ van het stapeltje en ren praktisch die hele winkel door. Op zoek naar leuke koopjes. Truien van vijf euro, schoenen voor zes en tassen voor tien. Het is werkelijk waar een heerlijk gevoel. Wel jammer is de rij voor de pashokjes. En ook jammer is die enorme drukte! Ik ben blijkbaar niet de enige die weet dat het een zeer goedkope en vooral leuke winkel is. Met het zweet op mijn voorhoofd kom ik na een goed uur dan toch bij de kassa’s terecht.

En dat doet toch wel pijn. Met pijn en moeite haal ik dan mijn pinpas door het apparaat. Ik zie het meisje achter de kassa naar me kijken. Het schaamrood staat op mijn kaken. Ik weet het. Ik weet het. Ik weet het! Ik ben een impulsieve koper. Ik koop teveel. Ik koop dingen die ik absoluut niet nodig heb. En ik koop dingen waar ik later spijt van heb. Ik zie het gezicht van mijn ouders al vertrekken als ik met twee grote Primark tassen binnen kom wandelen. Ik hoor ze al vragen: ‘Hoeveel heb je uitgegeven?’ Ik haal dan maar mijn schouders op en mompel een zacht antwoord. Ik durf het gewoon niet meer te zeggen. De vorige keer kon ik me nog aardig inhouden, maar deze keer? Oeps…

Bier hier!

Soms denk ik dat er nog eens aan alcohol onderdoor ga. Hoe vaak ik wel niet wakker ben geworden met een kop die bijna uit elkaar lijkt te barsten, gepaard met braakneigingen en mijn buik die luid protesteert. Niet echt damesachtig nee, I know.

Als ik wakker word na een avond stappen, kijk ik meestal meteen naast me waar mijn lief nog heerlijk ligt te slapen. Ik maak hem wakker door hem hard in zijn zij te porren. Vervolgens kijkt hij me aan met zijn bruine ogen en glimlacht hij dan een tikkeltje gemeen. Ik zie eruit alsof ik onder een trein vandaan kom en hij ziet eruit alsof hij mee gaat doen met een modeshow! Goed, zijn haar zit wat door de war en hij stinkt vreselijk uit zijn mond naar drank… maar afgezien van dat? Geen greintje pijn! Geen enkele bonk in zijn hoofd. Hij staat bijna meteen rechtop naast bed om zichzelf vol te stoppen met eten. Ik weet echt niet hoe dat kan. Ik lig te creperen van de hoofdpijn en klaag steen en been over mijn pijntjes. Jammer genoeg trapt hij er niet meer in en sta ik even later toch echt zelf mijn brood te smeren en mijn eigen jus d’orange te persen.
‘Dan moet je maar wat minder drinken,’ is zijn nuchtere antwoord. Ik kan er ook wel weer om lachen. Bijna elke week is het hetzelfde liedje. Al drink ik maar een paar glaasjes en hij bijna een heel krat… Ik ben altijd degene die er last van heeft en hij nooit.

Misschien moet ik ook maar stoppen met alcohol. Mijn vriend zou dan zeker staan te juichen. ‘Dan kun je altijd de bob zijn!’ En daar zit het hem nou net. Dat is niet leuk. Af en toe? Prima! Helemaal goed! Maar wanneer iedereen dronken is en mannen hun shirts uittrekken ben ik ook liever een beetje aangeschoten. Dan kan ik er ergens, heel in de verte, nog een klein beetje om lachen… Om die vette, vieze, bezwete mannen. Oké. Heel erg in de verte.