donderdag 14 juni 2012

Wat als...


(Google)

Nu sta je nog vol in het leven. Verliefd op hem. Hij wordt de man van je kinderen. Hij wordt de man met wie je alles gaat delen. Maar wat als je in je verleden een andere keus hebt gemaakt. Je hem hebt ontmoet, maar hebt hem laten staan. Je hem nu alleen nog maar kent als iemand die ‘wel eens op een feestje is?’ Iemand die geen deel meer uitmaakt van je leven. Hoe zouden dan de dingen zijn gelopen? ...

Tien jaar later
‘Fijne dag vandaag, schat,’ zeg ik liefkozend tegen mijn verloofde. Ik geef hem een kus op zijn mond. Met zijn aktetas in zijn hand kijkt hij me glimlachend aan.
‘Bedankt nog,’ zegt hij en wijst dan op zijn pak.
Ik heb hem geholpen met het uitkiezen van zijn pak voor zijn speciale afspraak vandaag, omdat ik daar de beste in ben. Hij loopt weg, maar blijft nog even voor de spiegel staan om zijn haar goed te doen. IJdeltuit dat hij is. Niet veel later zie ik de grijze BMW wegrijden.

‘Ga je mee?’ zeg ik tegen ons kleine meisje. Ik pak haar uit de box en zet haar in de wandelwagen. ‘Het is tijd voor ons dagelijkse blokje om.’
 Fluitend loop ik door het park. Ik praat tegen mijn meisje en liefkoos haar. Als we ons rondje gedaan hebben, lopen we terug richting huis. Onderweg steken we nog even bij de supermarkt aan. Ik pak een paar dingen voor het avondeten en loop dan richting de kassa.

‘Heb je dat gehoord?’
‘Wat?’
‘Die rijke vent van een paar huizen verderop? Met die BMW?’
‘Je bedoelt Thomas?’
‘Ja. Die doet het met zijn schoonmaakster!’
‘Die slet…’

Van schrik laat ik het pak melk vallen. Ik sta te trillen op mijn benen. De vrouwen kijken verbaasd om en staren in mijn richting. Ik zie het meteen in hun ogen. Ze weten dat ik de vrouw van Thomas ben. Ze weten het. Ik zie het. De één fluistert iets, maar ik hoor het niet. Ik staar naar de melk onder mijn voeten. Er komt meteen een vakkenvuller aanlopen die de boel netjes opruimt. Als verdoofd loop ik naar de kassa. Ik reken de spullen af en loop dan naar buiten. Ik hoor niet hoe Alice in de kinderwagen huilt. Ik staar als verdoofd naar de grond. Dit kan toch niet waar zijn?

Ik duw de kinderwagen terug naar huis. Ik kijk niet op of om. Ik loop zo snel als ik kan.
‘Hé! Ben jij niet…’ hoor ik dan. Ik kijk op en val van de ene verbazing in de nadere.
‘Hallo!’ roep ik uit. Ik laat de kinderwagen los om mijn vroegere jeugdliefde te omhelzen. ‘Wat doe jij nou hier?’
Hij glimlacht een tikkeltje verlegen. ‘Ik ben op zoek naar werk. Mijn bouwbedrijf heeft me eruit geschopt. Ik heb gehoord dat hier werk was.’
‘Wat leuk om je te zien! Jeetje. Wat zie je er goed uit!’
‘Jij ook!’ zegt hij glimlachend. ‘En een kind? Ben je getrouwd?’
‘Dat was ik,’ zeg ik plotseling weer woedend.
‘Oh jee…’ mompelt hij zacht. ‘Nou, misschien kunnen we een keertje wat afspreken?’
‘Dat lijkt me leuk,’ antwoord ik zacht.

En zo blijkt het dat sommige dingen ‘meant te be’ zijn. Soms kun je nog zo’n drastische keuze maken, maar komt uiteindelijk alles weer op zijn pootjes terecht… En is de man van vroeger, ook degene die je hart altijd terugvindt in de storm en hem weer maakt, zoals hij was.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten