zaterdag 27 oktober 2012

Dit moet een grap zijn!

Bron: Google

 Met trillende knieën en het zweet op mijn voorhoofd zit ik op een stoel in een kantoor bij de douane. Mijn koffer ligt open en bloot op de tafel. Een medewerker is hem aan het doorzoeken. Mijn wangen worden alsmaar roder. Dit had ik echt niet verwacht. Dit had nooit mogen gebeuren…

‘Lieve schat, heel veel plezier daar in dat verre Afrika!’
Ik omhels mijn moeder en zusje die met tranen in hun ogen afscheid van mij nemen. Ik moet moeite doen niet te gaan huilen en omhels ze nog een keer extra lang.
‘Ik zie jullie over vier weken weer,’ zeg ik met een brok in mijn keel.
Ondanks dat ik naar familie afreis, blijft het moeilijk. Mijn favoriete tante heeft in Uganda de liefde van haar leven ontmoet. Eén of andere dokter uit New York. En ik ga nu eindelijk een keer bij hen op bezoek. Mijn opleiding is voltooid. De boeken zijn verbrand. Werk komt later wel. Na al die jaren studie is er eerst even tijd voor wat ontspanning.

‘Kunt u dit uitleggen?’
Een man van middelbare leeftijd staart mij streng aan. Ik open mijn mond om iets te zeggen, maar ik kan wel huilen.
‘Nee,’ mompel ik.
Misschien moet ik tegen hem zeggen dat ik niet naar mijn tante ga reizen, maar ik zaken wilde doen. Misschien moet ik zeggen dat het allemaal van mezelf is. Dat ik er gewoon ‘gek’ op ben, maar de manier waarop de man naar mij kijkt, lijkt mij overduidelijk. Hij denkt dat ik een één of ander raar wijf ben. Hij wil het alleen uit mijn mond horen.
Er wordt een tijdje niets gezegd. Ik staar naar mijn geopende koffer. Ik had geen idee dat dit argwaan zou wekken. Het is dan wel geen drugs, maar wat denken ze dan? Ik staar naar mijn koffer waar tussen een aantal kledingstukken vooral roze, paarse en zwarte speeltjes liggen.
‘U heeft een tweetal vibrators in uw koffer en daarnaast nog tientallen SM-speeltjes.’ De man houdt pontificaal een zweep omhoog.
‘Ja,’ zeg ik zuchtend.
‘Waar is dat voor?’ vraagt de man weer. Hij blijft mij streng aankijken.
‘Wat denkt u zelf? Om iemand mee op zijn kont te slaan,’ reageer ik ietwat bits.

Ik staar terug naar hem en schiet dan in de lach. Ik krijg een ongelofelijke lachstuip. De man kijkt mij verbaasd aan en ik begin nog harder te lachen. Ik schud met mijn hoofd en hou mijn buik vast.
‘Ongelooflijk. Dit is typisch zo’n mij-actie. Ik heb altijd dit soort dingen! Kan ik er iets aan doen dat ik niet zonder zo’n ding op vakantie wil. Hallo! Ik heb geen vriend! Ik moet het allemaal zelf doen. Ik kan er ook niets aan doen dat mijn tante en haar vriend van ‘vieze’ speeltjes houden. Als zij SM willen doen, dan doen ze dat toch? Ze vinden het leuk om elkaar op hun kont te slaan met zo’n zweepje of elkaar vast te binden aan het bed. Als je het daar in Uganda moet bestellen is het hartstikke duur! Kun je je voorstellen dat het alleen maar daar om is? Dat ik nu mijn vliegtuig mis omdat jullie blijkbaar denken dat ik op één of andere manier er cocaïne in heb gestopt, ook al wordt er niets op de beelden gezien? Sjezus.’

De man reageert niet op mijn reactie en legt de spullen weer behoedzaam in de koffer en ritst hem dicht. Vervolgens zet hij hem op de grond en geeft hem aan mij.
‘Bedankt,’ zeg ik met een vreemde grijns om mijn mond.
Niet veel later loop ik opgewekt naar de gate om aan boord van het vliegtuig te gaan. Ergens in het ruim ligt mijn koffer vol met seksspeeltjes voor mijn tante. Ik weet zeker dat ik dit nooit thuis ga vertellen. Mijn vader hoeft niet te weten dat de koffer die hij vanmorgen optilde zo zwaar was door alle speeltjes die erin zitten. God nee, dan hoor ik dit nog jaren aan. Elke verjaardag, elk feestje weer. Ik ken ze. Nee, dit blijft mijn eigen onderonsje.  

woensdag 24 oktober 2012

Schaamrood (column Stellingwerf 24-10-2012)


Het is pijnlijk als je tegen iemand zegt dat hij om het afstapje moet denken, maar jij zelf er keihard overheen struikelt. Het is pijnlijk als je op hoge hakken door de trein loopt, maar de trein hard afremt waardoor je op iemands schoot valt. Het is pijnlijk als je vrolijk naar iemand terugzwaait, maar je erachter komt dat diegene helemaal niet naar jou zwaait. Hij zwaait naar iemand achter jou en kijkt jou nu met een heel vreemde blik aan. Het is pijnlijk als je een oer stomme dt-fout in de Stellingwerf maakt, terwijl je journalistiek studeert. Het is pijnlijk als je op een overvol feest in janken uitbarst, omdat je het leven even niet eerlijk vindt. Het is pijnlijk als je denkt dat je er mooi uit ziet in een restaurantje, maar je mascara aan je vingers hebt zitten en je die op je gezicht hebt uitgesmeerd. Nota bene de ober wijst jou erop. Het is pijnlijk als je een parkeergarage eng vindt en jouw auto halverwege uitvalt. Hoe kom je nu omhoog?

Ik denk dat ik mijn punt nu wel gemaakt hebt. Het leven, in dit geval die van mij, zit vol pijnlijke momenten. Ik ben nu twintig en heb al zoveel pijnlijke momenten meegemaakt. Sommigen te erg om hier te schrijven. Bij iets pijnlijks voel ik dat mijn wangen steeds roder gaan kleuren. Ik wil wel iets zeggen om het voorval mee te verdoezelen, maar dat gaat niet. De aandacht is al op mij gevestigd. Ik kom er dit keer niet meer onderuit. Hier en daar een zweetdruppeltje op mijn voorhoofd. Pijnlijke momenten zijn vooral gênant op dat moment. Iets later kan ik er vaak wel om lachen. Of ik word uitgelachen.

Samen met mijn goede vriendinnetjes bespreken we onze pijnlijke momenten af en toe. Ik ben niet de enige die ze meemaakt. Met zijn allen kunnen we er vaak hard om lachen. Moet je nagaan dat we over een jaartje of vijftig nog veel meer pijnlijke momenten zullen kennen, naast al die leuke momenten. Misschien kunnen we de dingen uit onze jeugd dan nog herinneren en denk we er met een gevoel van geluk aan terug, terwijl we nu soms willen huilen om de pijnlijke momenten. Apart eigenlijk dat je op zo’n jonge leeftijd al zoveel hebt meegemaakt. Wat staat de toekomst je dan nog te wachten? Een beetje bibberig gaan we dapper verder!

woensdag 10 oktober 2012

Onnozele huilebalk (column van 10-10-2012)


Ik ben af en toe, net als vele andere vrouwen, een huilebalk. Soms om niets, soms om een film of een tv-programma en soms om een zielig liedje. Je hebt af en toe gewoon zo’n moment dat je even je waterlanders moet laten gaan, om vervolgens weer vrolijk verder te kunnen gaan. Gebeurt er iets verdrietigs, dan blijf je er wat langer inhangen, maar er zijn ook van die onnozele dingen waar ik spontaan om begin te huilen.

Neem een natuurfilm over een leeuw en haar twee welpjes. Ik heb geprobeerd om alle remmen die ik heb erop te gooien, maar het lukte niet. Ik vond het zó zielig! De moederleeuw moest haar welpjes achterlaten omdat zo’n rot hyena de ruggetjes van de welpjes had gebroken. ‘Het is maar de natuur,’ gilde ik in mijn hoofd en ik beet ontzettend hard op mijn lip tot ik bloed in mijn mond proefde, maar uiteindelijk hielp het niets. Een paar tranen versierden mijn gezicht. De moederleeuw moest haar welpjes achterlaten om te sterven. Verschrikkelijk!
Of die keer dat ik alleen thuis was en er niets op tv was. Stom, stom, stom dacht ik later. Waarom moest ik uitgerekend die film pakken? De film die ik al drie keer gezien had en waar ik al drie keer om heb moeten huilen. De film die gewoon zo zielig is, dat je niet anders kunt dan huilen. De film waarbij zelfs mijn vader, een man die normaal nooit om een film huilt, tranen in zijn ogen kreeg. Ik heb het over Hachi. Zijn baasje gaat dood en omdat de hond zo trouw is, blijft hij elke dag naar het station gaan om op hem te wachten. Maar het baasje komt niet, omdat het baasje dood is. Vijftien jaar lang zit hij daar op dat treinstation te wachten. Na de film voel je je doodongelukkig. Toch blijft het een goede film. Alleen jammer dat ik na de film niet kan ophouden met huilen.

Maar er zijn ook andere soorten tranen. Tranen van blijdschap toen ik geslaagd was voor mijn MBO-examen, tranen om een ruzie met een goede vriend of vriendin of tranen omdat je teveel gedronken hebt en niet eens weet waarom je precies huilt. Tranen zijn er in allerlei soorten en maten, maar ik weet dat ik ze soms kan tegenhouden en soms moet laten gaan. Als vrouw zijnde, mag je soms huilen zonder een reden. We baren ook kinderen met immense pijnen, dan mogen we ook af en toe onze tranen hun gang laten gaan! Dan word ik maar een onnozele huilebalk genoemd.