woensdag 31 juli 2013

Grip op je dip (column 31-7-2013)

Sommige senioren zijn sneller vatbaar voor mooie praatjes en geraffineerde gladjakkers. Met hun mooie praatjes proberen ze deze senioren dingen aan te smeren, terwijl ze dat helemaal niet nodig hebben. Op slinkse wijze troggelen ze de ouderen geld af en steken dat piekfijn in hun eigen broekzak. Schandalig, maar het gebeurt. Waarschijnlijk meer dan wij denken.

Zo hoorde ik het verhaal van een lieve mevrouw die al jaren kampt met steeds slechter wordende ogen. Om dat af te remmen krijgt ze spuiten in haar oog, maar deze behandeling voelt na de tijd nogal pijnlijk aan. Het is ook niet niks als ze even met zo’n injectienaald in je oog gaan prikken. Daarna mag je weer naar huis. Een overkoepelende organisatie die samenwerkt met de oogkliniek weet dat mevrouw deze behandeling gehad heeft en gaat de volgende dag bellen. Mevrouw heeft pijn aan haar oog en is daardoor nogal kortaf en niet bepaald vrolijk. Ik vind dat niet zo gek! En ineens krijgt ze te horen dat ze een depressie heeft. Kom op zeg! Onzin toch?
Maar deze lieve mevrouw is iets te lief om te zeggen dat ze de pot op kunnen, dus ze zegt maar ja tegen de luister-cd met verhalen van “soortgenoten”. En het boekwerk met ontspannings- en sportoefeningen. Als ze dan weer bellen van diezelfde organisatie wordt haar vertelt dat ze ook nog even dertien keer in vier maanden naar Leeuwarden moet, voor een soort voortgangsgesprek. Mevrouw heeft geen auto meer, dus ze moet met de taxi. Haar verzekering vergoedt niets en ze overweegt het nog te doen ook. Mevrouw is te lief. Ze vindt dat ze die mensen niet op hun tenen moet trappen, want zij moeten toch ook hun werk doen? En die mensen zeggen het toch niet voor niets? Waarop ik denk: lieve schat. Die mensen proberen je alleen maar geld af te troggelen. Ieder normaal denkend mens weet heus wel dat je een keer een rotdag kunt hebben. Dat betekent niet dat je meteen in een depressie zit…
Ik vind het erg dat dit met senioren gebeurt. Dit is maar één iemand waar ik het van weet, maar er zullen er vast en zeker meer zijn.



vrijdag 19 juli 2013

Schommels en speelgoedtreintjes (Stellingwerf 17-7-13)

Daar zat ik dan. Op een schommel die aan de zijkant van ons huis stond. Met mijn bruine, warrige haar in twee paardenstaarten op mijn hoofd vastgebonden.  Mijn handen hielden het dikke touw stevig vast en elke keer zette ik weer af. Mijn benen bungelden losjes van de grond. Af en toe had ik mijn ogen dicht en genoot ik van het gevoel dat de schommel mij gaf. Een vorm van vrijheid. Niemand zou mij daar zien zitten op die schommel en niemand zou mij horen. Ik was even alleen op de wereld, daar op die schommel. Ik maakte allerlei plannen voor later. Ik zong kinderlijke liedjes. Soms liedjes in (nep) Engels. En ik maakte grapjes in het niets. Ik was op de schommel in een soort dromenland. Fantaseren over een toekomst als prinses, rijke vrouw en soms over een huismoeder met allemaal lieve kinderen. Tja, ik was dan ook nog een kind.

Het liefst spring ik elke week op zo’n schommel. Gewoon, om dat gevoel van dromenland even terug te krijgen. Nu droom ik bijna wekelijks ’s nachts wel iets, maar dat heb ik nooit zelf in de hand. De ene keer komen mannen achter mij aan gerend om mij op te pakken. De andere keer wacht ik in een hotelkamer op een minnaar. En weer een andere keer rij ik rondjes op een varken door de modder. Deze dromen wil ik niet najagen. Ik wil op die schommel zitten peinzen over de toekomst. Wat wil ik nou écht en wat wordt er nou echt van mij verwacht. Terwijl ik heen-en-weer schommel wil ik mijn hoofd leegmaken en wil ik dromen over nieuwe verhalen, nieuwe plannen en carrières.


Aan de andere kant zal het geen zin hebben. Meestal werken plannen niet. Je kunt wel een toekomstplan uitstippelen, maar veel dingen heb je toch niet in de hand. Er gebeuren onvoorziene dingen die alles ineens anders maken. En dan sta je toch voor een andere beslissing en neemt je leven weer een andere wending dan die je voor ogen had. Misschien moet ik eerder een speelgoedtreintje kopen waar ik rondjes in kan meerijden. Gewoon meegaan met de stroom, niet eruit vallen en gewoon wachten tot het op zijn eindbestemming is.

woensdag 3 juli 2013

Verkeerde week (column 3-7-13)


‘Het is weer de verkeerde week zeker?’ vraagt mijn vriend grijnzend, terwijl ik hem woedend aankijk. Ik schud langzaam mijn hoofd en bijt op mijn lip om niet tegen hem uit te vallen. Blijkbaar zit ik altijd in ‘die verkeerde week’ als ik een keer kwaad, chagrijnig of emotioneel word. Hij begint te grinniken en dat maakt mij alleen maar kwader. Ik staar hem aan en hij doet zijn mond open om nog iets te zeggen, maar ik schud snel mijn hoofd.
‘Wat?’ vraagt hij.
‘Zeg het niet,’ zegt ik op een dreigende toon.
Hij begint weer te lachen en ik voel een rare, gefrustreerde kriebel naar boven komen. Hij laat het onderwerp rusten, maar ik voel me nog altijd gefrustreerd. Ik zit met mijn armen over elkaar naar de televisie te kijken en reageer niet op hem. Hij kijkt af en toe een paar keer in mijn richting. Na een tijdje is hij het zat en geeft me duwtje tegen mijn schouder.
‘Wat is er?’
‘Niks,’ zeg ik kortaf.
‘Ben je boos?’ vraagt hij dan.
‘Nee, ik ben niet boos.’ Mijn ogen schitteren van woede en met mijn armen over elkaar heb ik niet zo’n uitnodigende houding.
‘Oké dan niet,’ reageert hij schouderophalend.
En dan baal ik ineens. Het vrouwelijk brein is raar wat dat betreft. Want ik wil wel dat hij doorvraagt. Ik wil wel dat hij vraagt wat er aan de hand is, want hij ziet toch zelf ook wel dat ik niet zo vrolijk ben op dit moment? Hij gaat gewoon verder met televisie kijken en ik kijk weer een paar keer in zijn richting. Hij reageert niet, tot ik herhaaldelijk begin te zuchten.
‘Wat is er nou?’ Nu klinkt ook hij gefrustreerd.
‘Niks,’ zeg ik weer.
Hij laat het onderwerp rusten en ik hoop nog altijd dat hij het op de één of andere manier toch ziet. Net zoals mannen in een film dan galant je hand pakken en erover heen strelen. Zachtjes zeggen ze dat je het ze wel kunt vertellen. Maar deze meneer hier, nee. Die heeft te weinig romantische films gekeken om deze vrouwelijke hints te begrijpen. De volgende keer neem ik een dvd mee van een romantische film om hem aan het verstand te brengen dat je domweg door moet vragen, tot ik openbarst en alles eruit gooi. Met vragen als ben je boos, ben je chagrijnig,’ kom je er niet… Met als gevolg dat we nu allebei gefrustreerd voor ons uit naar de tv blijven kijken.