dinsdag 24 december 2013

Meeblèren tot je een ons weegt

Voor de één is het een absolute no-go. Voor de ander een feest van herkenning en sentiment. Ik ben nog maar 22 jaar, maar ik ben gaan houden van de Top2000 van Radio2. Ondanks de vele liedjes die ik verschrikkelijk vind, Franse chansons of rare melodietjes, heeft het iets. Voor zover ik mij kan herinneren, gaat de radio deze periode op Radio2. De krant met het overzicht van de 2000 mooiste liedjes ligt op de keukentafel. Als we een mooie horen, strepen we het liedje aan. 

Die moeten we even onthouden. En vervolgens verdwijnt hij na een week weer in de oud papier bak en moeten we weer een jaar wachten op datzelfde liedje. Vroeger wilde ik ook graag zelf op de bühne staan en voor mensen schitteren. Want er is mij ooit vertelt dat ik mooi kan zingen…

Ik geloof dat het in groep zeven was. We waren druk bezig met de voorbereidingen voor de musical. Ik kreeg een rol toebedeeld en daar hoorde ook een sololiedje bij. Doodeng vond ik het, maar na vaak geoefend te hebben, was daar het moment. Het ging ook best wel redelijk goed, maar een kindsterretje zat er voor mijn gevoel niet in. Tot er na de tijd meerdere ouders naar mij toe kwamen.
“Wat kun jij mooi zingen! Je moet meedoen aan Kinderen voor Kinderen!”
En dat heb ik nog jaren geloofd. Na een tijdje kreeg ik een microfoon voor bij de computer. Op die manier kon ik dingen opnemen en ben ik ook liedjes gaan zingen. En ik zal je heel eerlijk vertellen dat ik mijn billen samenkneep als ik mijn eigen stem terugluisterde.

Nu is je eigen stem altijd wel gek als je hem terugluistert, maar ik hoor echt wel wanneer het vals is of gewoon mwah… Dat was echt te vals voor woorden. Godzijdank heb ik het nooit op YouTube gezet. Nu beperk ik mij tot het meezingen in de auto, soms onder de douche of tijdens het uitgaan. En dan gaat de muziek gewoon extra hard, zodat ik niet te horen ben. En over een paar dagen gaat de radio in huis, de tv en in mijn auto op Radio2. En mocht je mij tegenkomen met mijn mond open? Dan weet je dat ik keihard aan het mee blèren ben! 

woensdag 11 december 2013

Oh doktertje toch

We hebben de Zwarte Piet discussie gehad, maar nu is er weer een nieuwe discussie opgestaan. Die van Dokter Corrie! Even kort samenvattend: een humoristisch, seksueel voorlichtend programma voor kinderen. BN’ers vertellen over hun eerste keer of over de vragen die zij als kind over seks hadden. Helaas gaat op veel scholen de televisie uit, omdat ouders bezwaar hebben gemaakt.

Ik wilde dat wij zo’n programma hadden om naar te kijken toen ik op de basisschool zat. Iedereen was een beetje voorzichtig met het onderwerp seks. Thuis werd niet veel over gesproken. Op de basisschool hebben we condooms onder de kraan gevuld met water tot ze knapten. Tampons deden we in plastic bekertjes met water en zagen hoe reusachtig ze werden. Vervolgens gingen we er puberaal met een rode stift op tekenen.
Het ging niet over de eerste keer. Er werd niet voorgelicht over vriendjes en wanneer het tijd is om hét dan ook daadwerkelijk te doen. In plaats daarvan mochten we wachten tot de derde klas van de middelbare school. Eindelijk kregen we serieuze voorlichting tijdens de biologieles van een lieve, maar veel oudere leraar die zeker zijn best deed, maar zijn leeftijd niet mee had.
In het biologieboek werd theoretisch vertelt hoe kinderen op de wereld kwamen en wat voor soorten anticonceptiemiddelen je had. Daarna werd er een dvd in de televisie gedrukt en keken we een half uur naar getekende poppetjes die seks hadden. Een heel fout voorlichtingsfilmpje die na vijf minuten al niet meer interessant was. In het filmpje ging het ook niet over masturberen, verliefd worden en wanneer het goed was om het wel of niet te doen. Dingen die je je als kind afvraagt, besprak je met vriendinnen die nog net zo groen waren als jij. Je ouders waren je ouders, daar ging je het dus niet aan vragen. Je haalde dingen van internet, zag dingen in series, maar echt goede voorlichting? Nee, dat is er nooit geweest.


Ik pleit voor het behoud van een programma zoals Dokter Corrie. Op humoristische wijze vertelt ze over verliefd zijn, hoe je moet tongen en je eerste erectie. Zou ze het op net zo’n droge en taaie manier vertellen als in de biologieles die ik gekregen heb, dan was het niet blijven hangen. Wees blij dat het programma kinderen laat lachen en taboes doorbreekt. Alleen op die manier onthouden kinderen het en voorkom je dat je twaalfjarige kind een baby ter wereld brengt in de wc tijdens het schoolreisje.

zondag 1 december 2013

Whisky verdooft alles

Treurig zet hij zijn glas whisky aan zijn lippen en neemt een kleine slok. Als de goudgele vloeistof in zijn keel sijpelt trekt hij zijn mondhoeken omhoog tot een flauwe glimlach. 

Hij staart de bar rond en laat de whisky in zijn glas ronddraaien. Met een zucht zet hij het glas opnieuw aan zijn lippen en neemt de laatste slok. Het brandt in zijn keel, maar hij voelt het niet meer. Zijn lichaam is al een paar dagen verdoofd van zijn gebroken hart. Ze had gelijk om hem te dumpen. Hij is een ongelofelijke eikel eersteklas. Nu ook weer zit hij aan de bar om zich heen te kijken en neemt hij vrouwen bewonderend in zich op om zijn hoofd vervolgens lamlendig af te wenden en te denken wat voor eikel hij eigenlijk is.

Met een klap zet hij het glas op de bar en staat op. Hij trekt zijn leren jasje aan en gooit een briefje van twintig op de bar. Zonder het wisselgeld af te wachten loopt hij naar buiten, de kou in. Aan zijn hand bungelt de helm van zijn motor. Achter de kroeg rookt hij in stilte een sigaret en zet dan de helm op zijn hoofd. Lenig gooit hij zijn rechterbeen over de motor en gaat zitten. Hij wil de motor aantrappen als hij iets bekends ziet staan in de verte. Even begint zijn hart in zijn keel te kloppen. Snel gooit hij die gedachte van zich af. Het is de whisky die met zijn hoofd speelt. Hij had niet zoveel moeten drinken. Toch zet hij de helm weer af.

Ze aarzelt als ze zijn bekende gestalte in de verte ziet. Thuis is ze wel tien keer naar buiten gelopen en vervolgens weer terug naar binnen. Het is niet verstandig wat ze gaat doen. Haar ouders hebben het haar afgeraden. Hij hoort niet bij haar. Hij bezorgt haar alleen maar meer verdriet en doet haar alleen maar meer pijn. Toch kan ze de liefde die ze voor hem voelt niet negeren. Hij met zijn mooie zwarte stekeltjeshaar en donkerbruine ogen. Zijn grote lichaam die haar altijd zal beschermen. Helaas heeft hij een ziekelijke liefde voor alles met tieten, maar verder is hij perfect. Perfect voor haar. Ze blijft stilstaan als ze hem op zijn motor ziet stappen. Ze slikt de brok in haar keel weg en weet even niet meer of ze hier wel mee door moet gaan. Ze loopt verder naar hem toe en blijft vlak voor hem staan. Hij kijkt haar treurig aan en zij voelt zich ineens oppermachtig. Ze kan hem maken of breken. Ze kan ineens alles met hem doen.

“Hoi”, zegt hij zacht. Van zijn stoere mannelijkheid is niets meer over.
Ze reageert niet en staat alleen maar voor hem.
“Heb je gedronken?” vraagt ze dan aan hem. Vernietigend kijkt ze hem aan.
“Een paar.”
Het blijft stil terwijl ze elkaar aankijken.
“Goed, dan eh… ga ik maar.” Ze draait zich om en loopt bij hem vandaan. Hij aarzelt even en gooit dan zijn helm op de grond en rent achter haar aan.
“Wacht”, zegt hij en pakt haar bij haar pols.
Met tranen in haar ogen kijkt ze hem aan. Hij aarzelt niet en zoent haar op haar mond. Ze beweegt niet, maar duwt hem ook niet weg.
“Ik wil jou oké?” zegt hij als hij zich van haar losmaakt. “Ik voel me al dagen ellendig. Ik kan niet slapen, niet denken en niet werken. Ik kan niets zonder jou. Ik ben een leeg omhulsel.”
“Hoe moet het dan?” roept ze uit. “Iedereen verklaart me voor gek dat ik nou juist op jou verliefd ben geworden.”
“We doen het gewoon. We moeten er iets van maken.”
“En al die paparazzi met hun fotocamera’s en rotvragen dan?’
“Laat ze in de stront zakken. Ik mag dan wel beroemd zijn, maar er is maar één vrouw voor mij en dat ben jij. “


En hij zoent haar opnieuw en dit keer zoent ze hem vol overgave terug. Ze vergeet de andere vrouwen in zijn leven en voelt zich de enige. De roddeljournalisten die in de bosjes hadden gelegen hebben alles gehoord. De volgende dag staat de Telegraaf bol van foto’s en op internet een kopie van flarden van hun gesprek. Het kan hun geen moer schelen. Uiteindelijk betekent geld voor hem niets zonder iemand waarmee hij het kan delen. 

woensdag 27 november 2013

Hanepoten, strepen en inktvlekken

Kun je je het nog voor de geest halen? Een papier met horizontale blauwe lijntjes en aan de linkerkant een rode lijn van boven tot onder. Alle woorden dansen op papier. De één netjes op het lijntje en de ander er weer net iets onder. Bij een leeg stuk tekst een vrolijk tekeningetje. De enige echte brief. Voor mij is het al jaren geleden dat ik er één geschreven heb. 

Vroeger had ik een penvriendin. We stuurden regelmatig brieven naar elkaar om te vertellen hoe saai school eigenlijk is en dat alle jongens stom zijn. Niks geen sms’je of e-mail. Zelfs boodschappenbriefjes eindigen in mijn telefoonnotities. Ik stuur alleen nog een handgeschreven ansichtkaart vanaf mijn vakantieadres en ik zet met een blauwe pen een handtekening onder de rekening van de H&M.

Natuurlijk is een sms’je stukken sneller en een e-mail ontzettend handig, maar een brief is eigenlijk wel stukken persoonlijker. Je zet de zinnen op papier, maakt fouten en probeert die netjes door te strepen, waardoor het alsnog een chaotisch rommeltje wordt. Je begint met schrijven, maar dan bedenk je dat je toch iets anders wil zeggen en verfrommelt het papier tot een grote prop. Op de grond liggen er nog een stuk of vijf. De brief is iets persoonlijks. Het is van jou. Met je eigen hanenpoten, gekke A’s en grappige hoofdletters. De brief telt ontzettend veel spelfouten, omdat het briefpapier geen rode lijntjes onder woordjes zet zoals Word dat doet. Vol spanning doen we de envelop in de brievenbus en moeten we wachten tot we antwoord krijgen. Na drie dagen kijk je hoopvol in de brievenbus en wie weet ligt daar wel een antwoord op je te wachten. Nu hoef ik echt niet in de brievenbus te kijken. Het enige wat ik daar kan vinden zijn rekeningen, folders of een boete voor te hard rijden. In de zomer heel af en toe een ansichtkaartje, maar de persoonlijke berichtjes moet ik toch via Facebook, e-mail, sms en Whatsapp krijgen… Maar eerlijk is eerlijk: zonder die moderne technieken waren we nergens!


woensdag 13 november 2013

Red mijn toekomst!

Ai, ai, ai… Ruim 500 banen verdwijnen bij Sanoma. De grootste in tijdschriftland. Hoe moet dat nou? 

Mensen lezen te weinig in het algemeen. Ja, we lezen vluchtig de koppen van Nu.nl of even vluchtig het gratis krantje in de trein, maar afgezien daarvan houden we ons tekstueel alleen bezig met Facebook, Twitter, Whatsapp en sommigen doen nog aan sms’en. Beseffen jullie wel dat als jullie daar niet onmiddellijk mee stoppen er nog meer banen verloren gaan? Ik ben gedoemd om voor elk tijdschrift een lidmaatschap af te sluiten. Ik probeer ze te redden! Zien jullie dat niet? Mijn bankrekening staat fors in het rood, maar ik doe het met een doel. Het is wel mijn toekomst…


Nee hoor, gekkigheid. Jullie hoeven niet allemaal een abonnement te nemen op een tijdschrift. Ik vind het al heel wat dat je de moeite neemt dit korte stukje tekst door te lezen. Toch maak ik mij ergens wel een beetje zorgen. Geen idee hoe de wereld er over anderhalf jaar uitziet, maar die tijd gaat zo snel. Ik kan mij nog als de dag van gisteren herinneren dat ik als kleuter vocht om een rode schep. Dat ging er heftig aan toe kan ik je vertellen. En nu, zo’n 15 jaar later, sta ik al bijna met knikkende knietjes op de arbeidsmarkt. Bedelend als een zwerver om een baan bij een tijdschrift. Smekend dat ze een soort X-factor in mij gaan zien. De tijden zijn veranderd met de komst van internet, maar ik hou hoop dat er ergens in die hele schrijverswereld nog een plekje voor dat meisje uit Nijelamer overblijft. En wie weet! Misschien eindig ik ook als arme sloeber in een café en haal ik van mijn laatste euro een kop koffie en schrijf ik een bestseller die mij net zo rijk maakt als de schrijfster van Harry Potter. Al lijkt het allemaal uitzichtloos, je mag nooit je dromen opgeven. Al probeer je het duizenden keren, het hoeft uiteindelijk maar één keer echt raak te zijn. 

zaterdag 9 november 2013

Neergeslagen

Bron: Pinterest.com


Ik weet het. Het is allemaal ontzettend oneerlijk. Het leven heeft zo zijn eigen manieren om je te laten struikelen en vervolgens te laten vallen. Het breekt je, het maakt je soms tot aan de grond kapot. Hoe groter je aan het worden bent, hoe harder je de grond kunt raken. Woorden snijden als messen in je ziel en maken nog meer krassen. Het is zo oneerlijk en het is onbegrijpelijk. Het woord ‘waarom’ blijft in je hoofd rondzingen en er is niemand die er een antwoord op durft te geven. Of kan geven.


Je denkt nu dat het nooit meer over zal gaan. De pijn, het verdriet en het verdrietige gevoel. Je denkt dat het allemaal in je hoofd rond blijft cirkelen en rond blijft gaan. Je denkt dat je nooit meer verder zou kunnen. Maar nu zoveel jaar later weet ik dat je het wel hebt gekund. Kijk toch eens naar de toekomst lief meisje. Wees niet zo verdrietig en blijf niet hangen in je verdriet. Het leven is oneerlijk en dat blijft het ook. En daarom is het aan jou om jezelf sterk te maken en het goede te doen. Daarom is het aan jou om de wereld zijn lieve kanten te laten zien. En ja, soms wordt je keihard naar de grond geslagen. En soms lijken de donderwolken weer boven je hoofd rond te cirkelen, maar jij weet heel goed dat ook de zon weer gaat schijnen. Jij weet dondersgoed hoe mooi het leven kan zijn, dus laat je niet vallen.

Woorden zijn maar woorden. Laat ze maar in je ziel snijden. Laat ze je maar pijn doen. De pijn die je ervaart, wordt vanzelf minder. En uiteindelijk maakt het je sterker. Het maakt je een beter mens. En dat mens, gaat later mooie dingen doen. Dus kop op lief meisje. Het komt allemaal wel goed. Je moet er alleen maar voor durven gaan.



donderdag 31 oktober 2013

“Hoor wie klopt daar kin’dren…”

Ietwat gespannen zit ik samen met mijn twee jonge nichtjes op de bank bij opa en oma. Het is al half negen geweest en er zijn nog steeds geen cadeautjes. Sinterklaas is ons toch niet vergeten? Mijn vader is nog geen vijf minuten geleden naar buiten gelopen om te roken. Een beetje verdacht is het wel, want het is elk jaar hetzelfde liedje. Hij is nooit op tijd terug om Zwarte Piet op het raam te horen bonzen. Een typisch geval van slechte timing waarschijnlijk, maar dat geeft niets. Wij krijgen cadeautjes en lieve gedichtjes, omdat we weer een jaar lief zijn geweest.

Nu, zoveel jaar later, ben ik het gezeur om Zwarte Piet zat. Ik vind de discussie die gevoerd wordt niet erg. Er mag wel iets veranderen, maar we hoeven elkaar niet aan te vallen. Verschillende berichten kwam ik tegen op social media: “Als jullie Zwarte Piet niet langer willen, rot je maar op naar je eigen land.” Daar ben ik het niet mee eens. Je mag best een kritische noot aanvoeren. En Piet hoeft misschien niet pikzwart te zijn. Wat ik nu wel erg vind, is dat nu het hele kinderfeest teniet gedaan wordt.
Bij RTL Late Night sprak een (donkere) vader over zijn (donkere) zoontje die zei: “Papa, waarom bemoeien jullie volwassenen zich daarmee? Het is toch voor ons? Voor de kinderen?” Toen dacht ik: Ja! Dat is toch ook zo? Het is een feest voor kinderen. Ze krijgen cadeautjes als ze lief zijn geweest. De boot komt bij wijze van spreken aan in hartje Groningen, helemaal vanuit Spanje. Dat soort dingen kunnen toch ook niet? Denkt een kind daarover na? Nee. Denken kinderen dan wel aan slavernij? Waarschijnlijk niet. Moeten Pieten blanker, geler of roder? Prima, als het idee van Sinterklaas maar overeind blijft. 

donderdag 17 oktober 2013

Muzikale emotie

Met haar ogen dicht staat ze in de woonkamer. De cd die in haar cd-speler zit, is haar lievelingsmuziek. De volumeknop is ver naar rechts gedraaid. Met haar handen beweegt ze mee op de muziek. Af en toe maakt ze een paar voorzichtige wals pasjes. De vermoeidheid die eerder in haar gezicht te zien was, is nu helemaal verdwenen. Een stralende glimlach van oor tot oor. Als een dirigent bewegen haar vingers op de maat van de muziek en glimlacht breed. Na een paar minuten heeft ze door dat ik er ook nog ben en draait zich naar mij om. ‘Mooi hè,’ zegt ze zacht.



Een tijdje terug kwam ik erachter dat muziek heel belangrijk voor iemand kan zijn. Tijdens mijn vakantiebaantje was ik bij een ontzettend lief vrouwtje die probeerde te genieten van het leven, maar haar man met Alzheimer maakte dat genieten stukken lastiger. Hij woont nog bij haar in huis als haar man, maar hij herkent haar niet als zijn vrouw. Hij wordt incontinent, begrijpt de dingen niet meer en loopt als een hondje achter haar aan. Ze kan niet even het huis ontvluchten, omdat hij dan bang wordt. De man met wie ze al meer dan 60 jaar samen is, is eigenlijk haar man niet meer. En bovenop dat alles, is er vorig jaar in hun woning ingebroken en is haar trouwring meegenomen. Het enige wat haar nog herinnerde aan het goede leven met haar man. Aan de man die ze kent. Aan de man van wie ze zielsveel houdt.

Om zichzelf toch op te vrolijken zet ze vrolijke accordeonplaatjes op. Toen ik er was liet ze mij er een aantal horen en ondanks dat het niet mijn muziek is, snap je de boodschap die erachter zit. De vrolijke klanken van de accordeon. Soms vrolijk, soms verdrietig. Soms snel, soms langzaam. En zo ging dat een tijdje door. Ze danste in de kamer, neuriede mee met de wijsjes en straalde van oor tot oor. Bij een bepaald stukje stak ze haar vinger in de lucht en keek mij met stralende ogen aan. ‘Moet je horen, dit stukje is zo mooi…’ Op dat moment begreep ik beter dan ooit dat muziek bovenal emotie is. En we luisterden nog een paar minuten samen naar de muziek, terwijl de klanken van de accordeon langzaam wegstierven. 

woensdag 2 oktober 2013

Dwarskopperij

Dwars zijn is iets waar we (bijna) allemaal wel eens mee te maken hebben. Het is bij mijn lieve neefje van 1,5 af en toe te merken dat hij echt een eigen willetje heeft. Als hij naar de boe wil, dan wil hij naar de boe. Als hij op zijn raceauto door huis heen scheurt, wil hij daar niet vanaf getild worden, omdat hij op bed moet.  Boos begint hij dan te huilen en stampt woest met zijn voetjes op de grond. Gelukkig zijn er voor die leeftijd nog handigheidjes. Je tilt hem op, negeert zijn gehuil en legt hem in zijn bedje waar hij nog niet uit kan klimmen. Makkelijk! Jammer genoeg kun je die dwarsliggende collega niet optillen en in zijn bed stoppen.

Toch heb je ook geen fijn leven als je een jaknikker bent. Soms moet je nou eenmaal op je strepen staan en zeggen wat je ervan vindt en wat jij wilt. Het is dan te hopen dat je een jaknikker tegenover je hebt staan die zonder morren ook rechtsom wil. Het gebeurt namelijk regelmatig dat mijn vriend en ik allebei even dwars zijn. Ik wil rechts, hij wil op dat moment links. Negen van de tien keer komen we daar prima uit, maar af en toe botst het.
‘Zullen we zo naar huis?’ We zijn op een verjaardag waar de lol inmiddels wel vanaf is. De meeste visite is al vertrokken en de mensen die er nog zijn hebben een behoorlijke borrel te veel op, behalve ik dan. Mijn alcoholische versnaperingen staan op nul.
‘Nee, het is nog zo gezellig!’ zegt hij vervolgens met zijn pretogen.
Ik rol met mijn ogen en staar de kamer rond. Heel gezellig inderdaad met iemand die bijna op de tafel ligt te slapen. Een ander is gekke dansbewegingen aan het maken, terwijl er geen eens muziek gedraaid wordt.
‘Maar ik heb het wel gehad,’ dram ik door.
‘We gaan zo…’ mompelt hij dan en heel even is het dwarskop gevoel weg.
Als zijn bierflesje leeg is wil ik hem meetrekken, maar dan komt de gastheer eraan die hem doodleuk nog een biertje voorzet.
‘We gingen toch weg?’ Over het vorige biertje deed hij al ellendig lang. Dat zal bij de volgende wel niet anders zijn.
‘Ja, nog een allerlaatste.’
Die mannen ook altijd met hun laatste, allerlaatste en aller-allerlaatste…
‘Nee nu.’ Ik trek mijn jas aan, maar heb meteen door dat het geen zin heeft. Meneer is dwars, net als ik. Toch geef ik deze keer maar toe en ga met de jas aan naast hem staan.
‘Na deze gaan we echt.’
‘Ja-haa,’ zegt meneer glimlachend en dan baal ik. Hij heeft dit keer gewonnen, maar de volgende keer weet ik het zeker. Dan win ik!


woensdag 18 september 2013

Roddel en achterklap

Is het je wel eens opgevallen hoeveel mensen een denkfout maken? Er wordt door iemand iets geroepen en een ander neemt het klakkeloos over en vertelt het weer door aan de volgende. Zo gaat de roddel razendsnel en weet ineens iedereen het. Behalve degene waar het daadwerkelijk om gaat. Vaak weet diegene van niets, omdat niemand de ballen heeft het ook even te checken. Soms hoort diegene het ineens in de supermarkt. ‘Gefeliciteerd met je zwangerschap!’ Een paar vragende ogen zijn het resultaat. ‘Zwanger? Ik ben helemaal niet zwanger…?’

Bij mijn opleiding draait alles om de waarheid. Journalistiek is geen verzonnen verhaaltje vertellen; het is het achterhalen van de waarheid. De Privé en de Story uitgezonderd. Je hoort iets, een gerucht, een roddel of een bijzonder verhaal en dan ga je een stap verder: is het wel waar? Je gaat niet iets in de krant zetten, wat nooit gebeurd is. Je gaat geen leugens vertellen. En daarom heb ik een hekel aan mensen die niet eerst iets checken en het zo weer verder vertellen. Het is schijnheilig, lamzakkerig en achterbaks gedoe. Jammer genoeg gebeurt het veel te vaak dat een roddel wordt doorgegeven, zonder de waarheid eerst te checken bij de persoon waar het daadwerkelijk om gaat.

En natuurlijk wordt er geroddeld in een dorp, groep of klas. Een beetje roddelen is ook niet zo erg. Iedereen doet het af en toe, maar hoe je het doet, bepaalt wat voor persoon je bent. Hoor je iets ergs, neem je het over en vertel je het zo weer door is erg. Roddelen achter iemands rug om en vervolgens poeslief doen tegen diegene is achterbaks. Gezonde roddels over iemand die dronken was en van de trap viel zijn lang niet zo schijnheilig als verhalen expres de wereld inbrengen, terwijl het iemand echt kan schaden. Roddel met een zekere vorm van respect en denk eerst na voor je iets doorvertelt.

zondag 8 september 2013

Ik vind het stom dat...

In de LINDA. staat een rubriek waarin een bekende Nederlander dingen moet vertellen die hij stom vindt. En eigenlijk is het best grappig, want er zijn ontzettend veel stomme dingen in de wereld. Hierbij een lijstje met een twintigtal dingen die ik echt stom vind. Vooral onnozele dingen, omdat je daar anders niet bij stilstaat. Want we vinden allemaal oorlog en ruzies stom toch?




Ik vind het stom dat….

1.      Wanneer je mooie pumps ziet voor heel weinig geld, maar je vergeet dat je eigenlijk helemaal niet op hoge hakken kunt lopen. Nu zijn het mooie schoenen in je kast, maar het is stom dat je ze nooit aantrekt.
2.      Dat ik nog altijd buiten adem ben als ik trappen op moet lopen, ondanks dat ik al dik 1,5 jaar intensief twee keer per week sport.
3.      Wanneer je zin hebt in iets lekkers zoals chips of koekjes, dat er niets in huis is.
4.      Ik nooit kaartjes voor een concert kan krijgen, omdat ze dan altijd al uitverkocht zijn.
5.      Mensen denken dat ik soms nog maar 16/17 ben en ik bij de 18+-kroeg in Heerenveen áltijd mijn ID moet laten zien. Ondanks dat ik er al 3 jaar regelmatig kom.
6.      Er niet meer chocolade tussen oreo koekjes zit.
7.      Ik een kast vol kleren heb, maar nooit iets leuks heb om aan te trekken.
8.      Ik talloze afleveringen van The Dog Whisperer heb gezien, maar nog altijd mijn eigen hond niet aan kan pakken. Waarom werkt het bij hem wel?
9.      Mannen soms niet begrijpen dat een vrouw écht geen zin heeft.
10.   Dat je van eten en drinken dik wordt en extra veel moet sporten om het er weer af te krijgen.
11.   Je soms denkt dat iemand naar je zwaait, maar diegene eigenlijk naar iemand anders zwaait. Je hebt intussen je hand al opgestoken en vrolijk teruggezwaaid. Resultaat: een rode kop.
12.   Dat Youtube stomme reclames tussendoor heeft.
13.   Een vrouw ongesteld wordt, een vrouw kinderen baart en dat wij vrouwen altijd worden geplaagd met het feit dat we zogenaamd geen auto kunnen rijden. De slechte chauffeur van Nederland niet gezien?
14.   Dat Grey’s Anatomy bijna is afgelopen en dat je zolang moet wachten op nieuwe afleveringen op tv.
15.   Sommige mensen je niet durven vertellen dat je een zwarte veeg op je wang hebt en iedereen je lekker voor lul laat lopen.
16.   Dat er mensen zijn die doen alsof je nog een klein kind bent, ook al ben je de 40 al gepasseerd. Praat als een volwassene alsjeblieft!
17.   Mensen die mompelend iets aan je vragen en verwachten dat je het verstaat. Als je vraagt wat ze zeiden, reageren ze ineens chagrijnig.
18.   Leuke dingen doen duur is, zoals een pretpark of een dierentuin. Waarom?
19.   Wij vrouwen geacht worden alles te scheren. En dat scheergedeelte is niet erg, maar wel het feit dat mannen dat niet hoeven te doen. Die mogen de boel de boel laten en vrouwen moeten álles bijhouden. Vermoeiend hoor…
20.   Je soms heel veel dingen in één keer wilt zeggen en je daarom gaat stotteren en ‘blegghh overnieuw’ zegt om vervolgens een rood hoofd te krijgen.


Goed, dit is maar een greep uit alles wat stom kan zijn. Schroom niet en vul hieronder aan in de reacties! Vind ik leuk om te lezen. 

maandag 26 augustus 2013

Primark: hemel of hel?

De Primark: voor de één een hemel. Voor de ander de groots mogelijke hel. Hordes vrouwen en meisjes die graaien, grissen, trekken en duwen om dat ene shirtje van drie euro in hun mega shoppingbag te stoppen. Blik op oneindig en gewoon gaan door die winkel. Je niets aantrekken van al die andere grijpgrage vrouwen. Gewoon aan de kant duwen en dat laatste paar schoenen voor een tientje grijpen. Boze blikken negeren. Thuis komen met blauwe plekken in je zij of die schram op je wang omdat je dat laatste shirtje moest hebben. En dan die mannen die braaf op hun vrouw of vriendin staan te wachten en hun ogen uitkijken. Ze begrijpen absoluut niet wat er in die vrouwen omgaat die in de winkel rondlopen. En ik kan het ze ook niet kwalijk nemen.

Mijn eerste Primark ervaring is nu zo’n drie jaar geleden. Met vriendinnen op naar Hoofddorp. Voor mij was het een hemel. Al die shirtjes, topjes, hemdjes en broeken voor zo weinig geld. Zelfs de H&M is nog duurder dan die Primark winkel uit Ierland. Als je dan uit de Primark komt en je naar een andere winkel gaat, is alles ineens duur in je ogen. ‘Ik ga toch geen twintig euro betalen voor een topje?’ roep je dan, terwijl je met je ogen rolt.
En nog steeds vind ik het heerlijk om één à twee keer per jaar de winkel te bezoeken. En toch sta ik er elke keer weer van te kijken hoe gek sommige vrouwen zijn. Eén keer heb ik het meegemaakt dat we er voor openingstijd waren. Er stond echt een enorme rij voor de winkel te wachten. En bij het openen van de deuren renden al die vrouwen naar binnen. Ze grepen een grote shoppingbag van de stapel en doorkruisten de hele winkel. Een tas vol kleren en schoenen en je betaalt nog maar vijftig euro. ‘Een koopje!’ riepen mijn vriendinnen uit. Alleen rijen en rijen voor de pashokjes en ook rijen voor de kassa. En wachten maakt hebberig. Bij het wachten zie je ineens nog een leuk armbandje hangen (maar €1) en nog een leuke muts voor in de winter (maar €3!). Eenmaal thuis pak je je tas uit en dan zie je die muts met die gekke oren en dan twijfel je toch een beetje. En die blouse leek zo leuk, maar hij zit voor geen meter… Dan word je plots wakker uit de hemelse droom. Die Primark is toch eigenlijk soms een behoorlijke hel…


woensdag 14 augustus 2013

Een beetje raar... (Column Stellingwerf 14-8-13)

Je moet je eens voorstellen dat je bij Woodstock bent geweest. Je slaapt vlakbij en loopt terug naar de camping. Voor de caravan zit je zwager nog gezellig een biertje te doen en je gaat er gezellig bij zitten. Je praat nog even leuk en dan is het tijd om te gaan slapen. Je trekt de deur van de caravan los, maar op de plek waar jij hoort te liggen, ligt je broer. Je kijkt naar rechts en ziet dat de plek die leeg hoort te zijn, ook bezet is. Juist, daar hoorde mijn broer te liggen en in dat andere bed hoorde ik te liggen. Een vriend van je broer had geen zin om naar huis te fietsen en heeft doodleuk je plek ingepikt. Ik heb aan zijn schouder zitten trekken, heb dingen tegen hem gezegd, maar hij was niet wakker te krijgen. Ietwat gefrustreerd zat ik naar hem te kijken en heb toen mijn spullen maar gepakt. Mijn autootje (Fiat seicento) is niet erg groot, maar ik moest wel. Ik heb mezelf opgerold en ben op de achterbank gaan slapen. Mijn tere rug was de volgende ochtend stijf. Ik heb eerst alle spieren moeten rekken, voordat ik weer een beetje normaal liep. Maar goed, het hoort er allemaal bij. We doen allemaal wel eens iets stoms.

Een andere vriend van mijn broer was namelijk ook niet al te snugger. Hij dacht heel handig te zijn door een kortere route te nemen naar dezelfde camping als waar wij sliepen. Het was welgeteld vier meter korter, maar goed. Dat maakt allemaal niet uit! Het was korter. Dus meneer loopt dwars door de rietkragen heen en wandelt zo de sloot in. Tot aan zijn middel zeiknat en goor. Zijn vriendin lag helemaal dubbel, want het zag er niet uit. De nooddouche van de mensen waar wij sliepen, was al jaren niet meer gebruikt en had maar één stand: bloedheet. Deze jongen is dezelfde jongen die mij vorig jaar ook uit mijn slaap heeft gehouden. Hij stond in de caravan te gillen. Ik begreep er helemaal niks van en deed een lampje aan. Hij stond met een kastdeur in zijn handen. Ik begreep niet wat hij daarmee deed, waarop hij begon te schreeuwen.
‘Ik moet eruit! Ik moet eruit!’
‘Waarom?’ vroeg ik slaapdronken.
‘Ik moet plassen, maar ik kan de uitgang niet vinden!’

Geërgerd heb ik hem de uitgang gewezen, maar later moest ik heel hard lachen. Ik vergeet nooit meer hoe hij daar met die kastdeur in zijn handen stond. Net als dat ik niet snel zal vergeten hoe ik opgekruld in mijn autootje lag. En dat ik samen met mijn zwager en vriendin heb lopen opdrukken in de grote tent. Dat vergeten we ook niet snel… 

zondag 4 augustus 2013

Knaller van een afsluiting! (Woodstockverslag 3 van 3)

Zaterdag
Bron: bier.jouwpagina.nl
STEENWIJKERWOLD – Er is een aanslag gepleegd op het lichaam. De hoeveelheden bier, wijn en cola berenburg liegen er niet om. Het wankele gevoel zit nog in de benen en het gevoel dat je lever nog altijd bezig is al die hoeveelheden te verwerken, voelt niet erg prettig aan in de maag. Maar dat mag de pret niet drukken, want het was toch zeker weer een geslaagd weekend. De 25e editie van Woodstock is nu dan echt voorbij.

Het zag zwart van de mensen op zaterdagavond. De grote tent stond bomvol. De kleinere tenten waren ook overvol en ook buiten stonden genoeg mensen die even de koelte opzochten. Het was niet zo warm en zweterig als de avonden ervoor. Wat er misschien voor zorgde dat iedereen nog uitbundiger danste. In de grote tent bracht Queenmania de sfeer erin. In het Heartbreak hotel was het aan Di Quapo om de rockers te vermaken. Maar de echte toppers kwamen later in de avond. Met Bogey and the longhorn die simpelweg altijd goed is. En Fragments Live in de grote tent. Met fijne meezingers kwam de hele groep los. Het is de laatste avond en we gaan met zijn allen nog één keer los.


Het was een weekend die je niet snel zult vergeten. Het warme weer. De helderblauwe lucht zonder een rolwolk of onweersbui. De hoeveelheden drank die door de zaal gegooid werden. De lachwekkende foto’s die gemaakt zijn en vooral de gezelligheid. We gaan ons gewoon weer opmaken voor de 26e editie. Woodstock! Tot volgend jaar!

zaterdag 3 augustus 2013

Roze, rozer, roozt! (Woodstockverslag 2 van 3)

Vrijdag
Roze vrijdag! Bron: nutsandnoble.nl
STEENWIJKERWOLD – Onderweg naar de tent is weer duidelijk te zien dat ook de 25e editie van het Dicky Woodstock popfestival weer een groot succes is. Het is eindelijk weer een keer roze vrijdag! Na een paar jaar van afwezigheid wordt het terrein vrolijk roze gekleurd. Roze shirts, roze broeken tot roze Marilyn Monroe’s en zuurstokroze haar. Groepen meisjes in roze jurkjes. Een ander viertal loopt rond in een roze auto met achterlichten die het ook écht doen. Andere creatievelingen hebben een vierkant om zich heen gemaakt met een grote roze ballon eraan. Als een soort luchtballon lopen ze rond over het terrein en krijgen dan ook veel bekijks.

In de tent is het haast nog wat te warm om te dansen in het begin van de avond. De meesten hebben zich buiten verzameld bij een bierkraampje en staan gezellig met elkaar te praten met de klanken van Papa di Grazi op de achtergrond. Als zij plaatsmaken voor de enige echte Ali B & friends stroomt de tent vol. Het idee van een rapper op Woodstock klonk wat vreemd, maar Ali B weet het publiek goed te vermaken. Bovendien weet hij zich dit jaar ook aardig droog te houden. Het lukt behoorlijk goed om het het publiek mee te krijgen. De troubadour van Lenny Kuhr en Rosamunde van Dennie Cristiaan zijn echte feestnummers. Ze zijn wel in een rapjasje gestoken, maar dat mag de pret niet drukken. Zijn rap: “Wie is hier de grote baas, wij zijn hier de grote baas!” wordt door de hele tent meegezongen.

De avond gaat nog lang door en het blijft gezellig en gemoedelijk. Mensen zoeken een plek om te slapen. De één belandt midden in het weiland. De ander gaat midden op de weg liggen, maar wordt daar gelukkig door iemand vanaf gehaald, want dat is natuurlijk levensgevaarlijk. Deze zwoele zomeravond was er één zonder regen en zonder onweer. Het was ouderwets gezellig. Nu maken we ons weer op voor avond nummer drie. De laatste alweer en we gaan knallen zoals alleen echte Woodstockgangers dat kunnen.

vrijdag 2 augustus 2013

't Was weer donders gezellig (Woodstockverslag 1 van 3)

Donderdag
Normaal staat garant voor gezelligheid   Bron: www.nzbwereld.org
STEENWIJKERWOLD - Omstreeks half tien ’s avonds brandt het zonnetje nog lekker aan de hemel. Grote groepen mensen begeven zich naar het festivalterrein. De één gehuld in een ultrakort jurkje. De ander in een korte broek en hemdje. Weer een ander in een spijkerbroek en een t-shirt. Het is warm. De thermometer gaf vandaag zo’n 28 graden aan en het blijft vanavond nog lang warm. Een ideale avond voor een feestje en dat lijkt iedereen te denken.

Rond een uurtje of tien begint de band Normaal te spelen. In een oogwenk trekken mannen hun shirts uit en showen hun blote bast. Kleine druppeltjes zweet vormen zich op hun borstkas, maar een koud glas bier doet wonderen. Het koelt meteen af. De hitte in de tent kan de pret niet drukken. Op de klanken van Normaal dansen en springen mensen rond. Iedereen zweet, iedereen stinkt en het kan ons allemaal niet schelen lijkt het motto van de eerste avond te zijn. Glazen bier worden door het publiek gegooid en mannen duwen tegen elkaar aan. Er wordt gebeukt met hun blote buiken tegen elkaar aan. Van t-shirts wordt een lange sliert gemaakt om te touwtjespringen. Er wordt gedanst en meegezongen. Het feest kan nu al niet meer stuk.

Na Normaal is het aan Mannekoor Karrespoor. Al bij de eerste klanken steekt de hele zaal hun handen in de lucht en klappen mee. Mannen die klompen aanhebben, trekken deze uit en klappen met hun klompen mee. Het gaat snel. Voor iedereen het weet is het voorbij en sterven de laatste klanken weg. De bezoekers achterlatend met een vrolijke grijns op hun gezicht. Voor sommigen is het nu het einde van de avond. ‘We moeten nog twee avonden!’ roept een groepje feestgangers. Een ander neemt nog een biertje buiten op het terrein om na te praten over het feest.

Want het was weer een donders mooi feessie. 

woensdag 31 juli 2013

Grip op je dip (column 31-7-2013)

Sommige senioren zijn sneller vatbaar voor mooie praatjes en geraffineerde gladjakkers. Met hun mooie praatjes proberen ze deze senioren dingen aan te smeren, terwijl ze dat helemaal niet nodig hebben. Op slinkse wijze troggelen ze de ouderen geld af en steken dat piekfijn in hun eigen broekzak. Schandalig, maar het gebeurt. Waarschijnlijk meer dan wij denken.

Zo hoorde ik het verhaal van een lieve mevrouw die al jaren kampt met steeds slechter wordende ogen. Om dat af te remmen krijgt ze spuiten in haar oog, maar deze behandeling voelt na de tijd nogal pijnlijk aan. Het is ook niet niks als ze even met zo’n injectienaald in je oog gaan prikken. Daarna mag je weer naar huis. Een overkoepelende organisatie die samenwerkt met de oogkliniek weet dat mevrouw deze behandeling gehad heeft en gaat de volgende dag bellen. Mevrouw heeft pijn aan haar oog en is daardoor nogal kortaf en niet bepaald vrolijk. Ik vind dat niet zo gek! En ineens krijgt ze te horen dat ze een depressie heeft. Kom op zeg! Onzin toch?
Maar deze lieve mevrouw is iets te lief om te zeggen dat ze de pot op kunnen, dus ze zegt maar ja tegen de luister-cd met verhalen van “soortgenoten”. En het boekwerk met ontspannings- en sportoefeningen. Als ze dan weer bellen van diezelfde organisatie wordt haar vertelt dat ze ook nog even dertien keer in vier maanden naar Leeuwarden moet, voor een soort voortgangsgesprek. Mevrouw heeft geen auto meer, dus ze moet met de taxi. Haar verzekering vergoedt niets en ze overweegt het nog te doen ook. Mevrouw is te lief. Ze vindt dat ze die mensen niet op hun tenen moet trappen, want zij moeten toch ook hun werk doen? En die mensen zeggen het toch niet voor niets? Waarop ik denk: lieve schat. Die mensen proberen je alleen maar geld af te troggelen. Ieder normaal denkend mens weet heus wel dat je een keer een rotdag kunt hebben. Dat betekent niet dat je meteen in een depressie zit…
Ik vind het erg dat dit met senioren gebeurt. Dit is maar één iemand waar ik het van weet, maar er zullen er vast en zeker meer zijn.



vrijdag 19 juli 2013

Schommels en speelgoedtreintjes (Stellingwerf 17-7-13)

Daar zat ik dan. Op een schommel die aan de zijkant van ons huis stond. Met mijn bruine, warrige haar in twee paardenstaarten op mijn hoofd vastgebonden.  Mijn handen hielden het dikke touw stevig vast en elke keer zette ik weer af. Mijn benen bungelden losjes van de grond. Af en toe had ik mijn ogen dicht en genoot ik van het gevoel dat de schommel mij gaf. Een vorm van vrijheid. Niemand zou mij daar zien zitten op die schommel en niemand zou mij horen. Ik was even alleen op de wereld, daar op die schommel. Ik maakte allerlei plannen voor later. Ik zong kinderlijke liedjes. Soms liedjes in (nep) Engels. En ik maakte grapjes in het niets. Ik was op de schommel in een soort dromenland. Fantaseren over een toekomst als prinses, rijke vrouw en soms over een huismoeder met allemaal lieve kinderen. Tja, ik was dan ook nog een kind.

Het liefst spring ik elke week op zo’n schommel. Gewoon, om dat gevoel van dromenland even terug te krijgen. Nu droom ik bijna wekelijks ’s nachts wel iets, maar dat heb ik nooit zelf in de hand. De ene keer komen mannen achter mij aan gerend om mij op te pakken. De andere keer wacht ik in een hotelkamer op een minnaar. En weer een andere keer rij ik rondjes op een varken door de modder. Deze dromen wil ik niet najagen. Ik wil op die schommel zitten peinzen over de toekomst. Wat wil ik nou écht en wat wordt er nou echt van mij verwacht. Terwijl ik heen-en-weer schommel wil ik mijn hoofd leegmaken en wil ik dromen over nieuwe verhalen, nieuwe plannen en carrières.


Aan de andere kant zal het geen zin hebben. Meestal werken plannen niet. Je kunt wel een toekomstplan uitstippelen, maar veel dingen heb je toch niet in de hand. Er gebeuren onvoorziene dingen die alles ineens anders maken. En dan sta je toch voor een andere beslissing en neemt je leven weer een andere wending dan die je voor ogen had. Misschien moet ik eerder een speelgoedtreintje kopen waar ik rondjes in kan meerijden. Gewoon meegaan met de stroom, niet eruit vallen en gewoon wachten tot het op zijn eindbestemming is.

woensdag 3 juli 2013

Verkeerde week (column 3-7-13)


‘Het is weer de verkeerde week zeker?’ vraagt mijn vriend grijnzend, terwijl ik hem woedend aankijk. Ik schud langzaam mijn hoofd en bijt op mijn lip om niet tegen hem uit te vallen. Blijkbaar zit ik altijd in ‘die verkeerde week’ als ik een keer kwaad, chagrijnig of emotioneel word. Hij begint te grinniken en dat maakt mij alleen maar kwader. Ik staar hem aan en hij doet zijn mond open om nog iets te zeggen, maar ik schud snel mijn hoofd.
‘Wat?’ vraagt hij.
‘Zeg het niet,’ zegt ik op een dreigende toon.
Hij begint weer te lachen en ik voel een rare, gefrustreerde kriebel naar boven komen. Hij laat het onderwerp rusten, maar ik voel me nog altijd gefrustreerd. Ik zit met mijn armen over elkaar naar de televisie te kijken en reageer niet op hem. Hij kijkt af en toe een paar keer in mijn richting. Na een tijdje is hij het zat en geeft me duwtje tegen mijn schouder.
‘Wat is er?’
‘Niks,’ zeg ik kortaf.
‘Ben je boos?’ vraagt hij dan.
‘Nee, ik ben niet boos.’ Mijn ogen schitteren van woede en met mijn armen over elkaar heb ik niet zo’n uitnodigende houding.
‘Oké dan niet,’ reageert hij schouderophalend.
En dan baal ik ineens. Het vrouwelijk brein is raar wat dat betreft. Want ik wil wel dat hij doorvraagt. Ik wil wel dat hij vraagt wat er aan de hand is, want hij ziet toch zelf ook wel dat ik niet zo vrolijk ben op dit moment? Hij gaat gewoon verder met televisie kijken en ik kijk weer een paar keer in zijn richting. Hij reageert niet, tot ik herhaaldelijk begin te zuchten.
‘Wat is er nou?’ Nu klinkt ook hij gefrustreerd.
‘Niks,’ zeg ik weer.
Hij laat het onderwerp rusten en ik hoop nog altijd dat hij het op de één of andere manier toch ziet. Net zoals mannen in een film dan galant je hand pakken en erover heen strelen. Zachtjes zeggen ze dat je het ze wel kunt vertellen. Maar deze meneer hier, nee. Die heeft te weinig romantische films gekeken om deze vrouwelijke hints te begrijpen. De volgende keer neem ik een dvd mee van een romantische film om hem aan het verstand te brengen dat je domweg door moet vragen, tot ik openbarst en alles eruit gooi. Met vragen als ben je boos, ben je chagrijnig,’ kom je er niet… Met als gevolg dat we nu allebei gefrustreerd voor ons uit naar de tv blijven kijken.


vrijdag 21 juni 2013

Uit(ge)lachen! (column Stellingwerf 19-6)

Iedereen staat wel eens voor schut. Ik heb het zelf een paar keer meegemaakt, maar probeer dat altijd krampachtig te voorkomen. Toch lijkt het soms alsof andere mensen het bewust doen. Alsof ze aandacht willen en dat ze het daarom doen. Het maakt ze niet uit dat ze zichzelf gigantisch voor schut zetten. Als mensen erom lachen, vinden ze het al gauw goed. Nou, ja. Ik lach er dan wel om, maar ik lach die mensen vooral uit.

Zo was ik laatst in een feesttent waar een meisje op hakken van veertien centimeter rond paradeerde. Dansen kon ze niet met die megahakken, naar de wc gaan werd ook een probleem omdat de hakken ver in de grond zakten en erg charmant liep ze er ook niet op rond. Iedereen om haar heen stond op sneakers of laarsjes, maar zij wilde blijkbaar opvallen. Nou dat opvallen is bij de dames wel gelukt, maar die heren maakte het geen donder uit. Als er maar bier was, waren zij wel tevreden. Een andere vrouw, nogal fors, droeg een basic wit t-shirt. Ze stond met een paar jongeren te praten die begonnen te dansen. Voor de grap schudde een meisje met haar bovenlichaam en lachte. De ietwat forse vrouw deed haar na, maar had eerst niet in de gaten dat haar iets te grote decolleté heen-en-weer zwaaide van links naar rechts. En dan ook écht van links naar rechts. Ze lachte heel hard om zichzelf, niet wetende dat ze met haar borsten het meisje naast haar bijna in haar gezicht had geslagen. Oeps… Niet nog een keer doen denk je. Het maakte die vrouw weinig uit. Ze schudde er lustig op los! En de mensen om haar heen lachten haar vooral uit, maar dat had ze (gelukkig) niet in de gaten.


Maar ach, uiteindelijk zetten we onszelf allemaal wel eens voor schut. Ik ben een keer keihard op mijn muil gegaan in een overvolle feesttent tijdens het lopen van de polonaise. Een andere keer tilde iemand mij op, maar hield mij niet en vielen we samen achterover. Niet bepaald charmant inderdaad. Daar hebben mensen ook smakelijk om gelachen! Dus het geeft allemaal niets, maar grappig is het wel. Toch probeer ik deze situaties nu te voorkomen en kijk ik liever naar mensen die deze situaties nog niet hebben voorkomen.

vrijdag 14 juni 2013

Het kan mij niet schelen

Trillend sta ik daar. Het liefst zak ik door mijn knieën op de grond en sla ik mijn handen voor mijn gezicht. Het liefst begin ik daar een potje te janken, maar ik kan het niet. Er komt geen geluid uit mijn keel en de tranen lijken er niet te zijn. Het is net alsof mijn hoofd met iets heel anders bezig is, dan met het verwerken van dit nieuws. Nog altijd trillend staar ik naar mijn telefoon. Ik durf het sms’je niet nog een keer te lezen, omdat het te veel pijn doet. Ik druk het weg en sla een keer tegen mijn wang. 
Met een opgeplakte glimlach loop ik terug naar het feest. De gang laat ik voor wat het is. Ik zoek mijn vriendinnen weer op. Ik doe net alsof er niets aan de hand is. Ze lijken ook niets door te hebben. Ik lach, ik drink en ik dans. Ik voel het mobieltje wel trillen in mijn broekzak, maar ik negeer het. Ik schreeuw nog harder mee met de muziek. Ik lach nog harder om de grappen van mijn vriendinnen. Ik maak grapjes met andere feestgangers en zie ineens mijn oude jeugdliefde voorbij lopen. Mijn eerste echte vriendje. De jongen waarmee ik alles voor het eerst heb gedaan… Ik glimlach. Door de wijn begint de zaal een beetje te draaien. Hij was mijn eerste echte date, mijn eerste echte zoen en mijn eerste echte vrijpartij. Hij steekt vriendelijk zijn hand naar mij op en ik lach terug. Ik voel het mobieltje weer trillen, maar ik negeer het.

‘Ik ga even naar hem toe,’ zeg ik tegen mijn vriendinnen. 
Heel even zie ik ze bezorgd kijken, maar daar trek ik mij niets van aan. Ik loop op mijn ex af en begin een praatje met hem.
‘Vrijgezel?’ vraag ik na een paar minuten praten aan hem. Hij knikt en haalt lachend een hand door zijn zwarte haar.
Ik zeg niets en trek hem aan zijn arm mee naar de gang waar ik even daarvoor bijna huilend in elkaar gedoken zat. Ik duw hem tegen de muur en begin hem te zoenen. Er lopen mensen langs, maar dat interesseert mij niet. Hij lijkt verbaasd te zijn van mijn zoenen, maar hij duwt mij niet weg.
‘Ben jij niet…?’ vraagt hij na een tijdje zacht in mijn oor.
‘Hou je mond,’ zeg ik terug en zoen hem nog harder. 
Hij streelt met zijn handen over mijn rug en dan verstijf ik ineens. Ik doe niets meer en voel mij verschrikkelijk.
‘Wat is er?’ vraagt hij zacht.
Ik kan niets uitbrengen. Ik voel het mobieltje trillen in mijn zak. Ik staar naar zijn donkerbruine ogen en ik doe mijn mond open om iets te zeggen. Ik schud mijn hoofd en dan komen ineens de tranen. Ik zie niets meer. Mijn schouders schokken heen en weer en ik sla mijn handen voor mijn gezicht. Mijn ex streelt zacht over mijn schouder, maar ik merk het amper.
‘Wat is er meisje?’ vraagt hij heel zachtjes.
En dan komt ineens alles er wel uit. Ik sla mijn ogen open. De tranen blijven stromen, maar het kan mij ineens niets meer schelen.
‘Dit is wat er aan de hand is!’ roep ik kwaad. Ik steek het mobieltje in de lucht. ‘Ik heb al drie jaar een relatie, maar hij heeft het door middel van een sms’je uitgemaakt,’ zeg ik woedend. ‘Vanavond om precies te zijn. Nog geen uur geleden. En waarom? Omdat ik hem vanmorgen heb verteld dat ik borstkanker heb.’
Ik kijk woedend voor mij uit, maar dan begin ik weer heel hard te huilen. De man waarvan ik oprecht veel hou, rent met de staart tussen de benen bij mij vandaan. Hij steunt mij niet. Het is een lafaard. 
Nog harder huilend stort ik mij in de armen van mijn ex, die niet weet wat hij moet zeggen. Ik neem het hem niet kwalijk. Het enige wat ik voel, is pure woede. Ik wil iemand die mij vasthoudt, die mij troost, die mij zegt dat het goed komt. Ik smeek dat mijn ex het zegt, maar het blijft stil. Zuchtend maak ik mij uit zijn armen los.

‘Het spijt me zo,’ zeg ik dan tegen hem. 'Ik had dit niet moeten doen.' Ik draai mij om en loop terug naar mijn vriendinnen.

(fictie)



woensdag 5 juni 2013

Vrouwen met ballen!

Vrouwen hebben de neiging alles zo omslachtig te zeggen. Mannen zeggen gewoon: “Joh, ik vind dit een stom idee en ik wil dat dit verandert.” Vrouwen draaien er altijd zo lekker om heen. “Misschien hè, misschien is het beter als je dat een heel klein beetje verandert. Niet zo erg hoor, want jouw idee is ook goed. Ik denk alleen dat het misschien een beetje anders moet. Als jij dat ook vindt tenminste.” Wat een omslachtig gedoe eigenlijk. Misschien moeten we allemaal een cursus direct reageren volgen. Ik geef eerlijk toe dat ik vaak ook omslachtig antwoord geef, maar ik probeer er wel op te letten. Gewoon zeggen wat je denkt en wat je voelt werkt dan toch zoveel beter? “Luister: ik weet dat je heel erg je best hebt gedaan, maar ik vind het niet goed.” Het is simpel, duidelijk en toch leef je met iemand mee. Dus niet meer stilzwijgend antwoord geven, niet meer omslachtig antwoord geven, maar gewoon direct reageren. Zoveel makkelijker en het scheelt gedoe.
Eigenlijk kunnen we wel dingen van mannen leren. Ik geef het liever niet toe, maar het is wel waar. Vrouwen zijn soms zo kattig, achterbaks en arrogant. Mannen meestal stukken minder. Vrouwen doen poeslief tegen mensen die ze eigenlijk helemaal niet mogen, om vervolgens achter haar rug om allemaal roddels te verspreiden. Sneu vind ik dat. Wees dan een vent en vermijdt gewoon contact met diegene. Komt het er dan toch van, drink een biertje en doe niet zo nep. Nep maakt lelijk en nep maakt vijanden. Onze vrouwelijke rondingen, vrouwelijke kleren en make-up mogen we houden. Maar af en toe moeten we toch echt ballen creëren om een echte vrouw te zijn!

woensdag 22 mei 2013

Je staat nooit alleen (Stellingwerf 22-5-2013)


 Al een paar seizoenen lang kijk ik met veel bewondering naar het programma ‘Over de streep.’ Een klas of een afdeling van een middelbare school gaat meedoen aan de challenge. Degene die de leiding heeft over die dag zegt geheimzinnig dat hun levens zullen veranderen na deze dag. En elke keer krijg ik weer kippenvel als ik er naar kijk. Het principe is simpel. De leider vraagt aan de leerlingen om aan één kant van de lijn te gaan staan en stelt vervolgens een aantal vragen. Bij elke vraag denk je na: geldt dit ook voor mij? Zo ja, dan loop je naar de overkant van de streep.

Vanaf de bank in de woonkamer kijk ik er naar, terwijl de vragen steeds heftiger worden. “Als je je ooit alleen of eenzaam hebt gevoeld, stap dan over de streep,” zegt de leider dan. Vanaf de bank in mijn woonkamer zie ik al die mensen naar de overkant lopen. Het is er niet één, het zijn er veel meer. “Kijk goed om je heen,” zegt de leider zacht. “Je bent nooit alleen. Als zoveel mensen zich alleen voelen, waarom voel jij je dan nog steeds alleen?” Haar woorden sterven weg en ik zit met tranen in mijn ogen. Je ziet het voor je. Je voelt het. “Stap over de streep als je een dierbare bent verloren.” Het blijft stil in de zaal, terwijl er heel veel mensen naar de andere kant van de streep lopen. De één huilend, de ander zwijgend met een trieste uitdrukking in zijn of haar gezicht. “Denk aan de persoon die je kwijt bent, maar denk vooral aan zijn of haar glimlach.” Mensen blijven stil tot de leider aangeeft dat je weer terug mag lopen.

Ik had gewild dat wij dit hadden gedaan op school. Het was af en toe toch best wel zwaar op het voortgezet onderwijs. Je bent aan het puberen, je bent rete onzeker en als dan iemand ook nog eens iets naars over je zegt trek je je dat persoonlijk aan. Je voelt je af en toe behoorlijk eenzaam en je trekt je automatisch terug. Ik denk dat wanneer wij dit programma toen al hadden, dat je anders naar elkaar gaat kijken. Je gaat elkaar met meer respect behandelen en je hebt meer oog voor iemand. Dat brutale meisje heeft het moeilijk thuis en ze weet geen andere manier om zich te uiten. En die jongen die een beetje dik is, die is ook onzeker en voelt zich eenzaam. Geef elkaar simpelweg wat vaker een knuffel of een hand, want dat doet een mens goed. Wees een beetje lief voor elkaar, want het leven is al hard genoeg.

donderdag 9 mei 2013

Jagen is niet zielig (8-5-13 Stellingwerf)


‘Oh wat zielig!’ is vaak het eerste wat je hoort wanneer iemand vertelt dat hij een dier heeft gedood. Een koe naar de slacht, een ree door een jager geschoten of een visser met een paling aan de haak. Het hoort er simpelweg gewoon bij. Wij mensen jagen al sinds de prehistorie op dieren om aan voedsel te komen. Het was toen de enige manier om te overleven. In die tijd waren er nog geen vegetariërs die wel een blaadje van de boom plukten. De tijden zijn veranderd en dat is ook helemaal niet erg. 


Ik zie nu niet graag halfnaakte jagers met een speer door de bossen sluipen… Maar dat er nog steeds gejaagd wordt, vind ik persoonlijk niet erg.
Jagen is een sport en tevens een manier om de natuur in de gaten te houden. Als er te veel vossen zijn, moeten een aantal vossen gedood worden, omdat anders alle kippen, konijnen en andere kleine dieren dood gaan. En we vinden allemaal konijntjes schattig. Die moeten toch niet uitsterven? Dankzij de jagers wordt daar iets aan gedaan. En die rot vossen zijn best mooie beesten, maar ze zijn sluw en het zijn moordenaars. Als jij gewend bent elke ochtend lekker een eitje te eten en een vos vreet al je kippen op, dan ben je ook woest! Het hoort er nou eenmaal bij.
Je mag niet alles zomaar schieten. Met een jachtvergunning mag je op bepaalde diersoorten in Nederland jagen, mits daar  ook genoeg van zijn. Jagen is een sport, maar ook een manier om de natuur in de gaten te houden. Andere argumenten voor de jacht zijn dat er in het wild soms dieren wees worden en niet kunnen overleven zonder hun ouders. Ze worden doodgemaakt om hongersnood te voorkomen. Andere dieren worden aangevallen door een ander dier of aangereden en lijden nodeloos pijn als niemand ze uit hun lijden komt verlossen. Er zijn genoeg voor- en nadelen van de jacht te noemen, maar persoonlijk vind ik het kunnen, mits de regels nageleefd worden. Zolang er geen dieren vergiftigd worden, vind ik dat het moet blijven bestaan. Jagers hebben het behoud van de natuur in hun achterhoofd en daar is natuurlijk niets mis mee.

donderdag 25 april 2013

Vrouwen als gorilla's (24-4-2013)



“Mannen komen van Mars en vrouwen komen van Venus” is een boek over de verschillen tussen mannen en vrouwen. Wij vrouwen zijn al jaren bezig de ongelijkheid tussen de beide seksen te verkleinen en met enig resultaat! Kiesrecht, succesvol in het bedrijfsleven en het is ook niet meer raar als een vrouw op zichzelf gaat wonen, zonder partner. We zijn er nog niet, maar we hebben in ieder geval iets bereikt. Toch blijven wij die wezens van Venus en mannen die wezens van Mars!

Mannen willen absoluut het alfamannetje spelen. Ze willen macht en dominantie. Eigenlijk willen ze gewoon een stoere gorilla blijven. Wij vrouwen moeten maar het lieve, onschuldige meisje blijven die ze kunnen veroveren met hun machtsvertoon en oergeluiden. Het liefst slingeren die kerels aan een liaan tussen de bomen door met enkel een witte luierachtige onderbroek aan om ons vrouwen mee te nemen naar hun boomhut in het hoogste topje van de boom. Ze willen niet toegeven dat ze soms bang van ons worden, omdat wij ook steeds vaker oergeluiden laten horen als we het ergens niet mee eens zijn. De vrouw slaat ook steeds vaker (zacht) op haar borst om haar macht aan de mannen te laten zien. En ze staat ook steeds vaker in de kroeg een vent te versieren in plaats van af te wachten als een verlegen muurbloempje.

Ik juich het feminisme toe, maar besef ook dat vrouwen altijd van Venus komen en mannen altijd van Mars. Die kerels willen gewoon beter zijn in autorijden en daarom zeggen ze ook zo vaak dat vrouwen het niet kunnen. Mannen willen laten zien dat ze een vent zijn in hart en nieren en daarom zijn ze soms bot en direct tegen de andere sekse, omdat ze denken dat het moet. Ze willen niet toegeven dat ze ook moeten huilen om Grey’s Anatomy, All you need is love of een andere romantische dramafilm. Om dat te vermijden, kijken ze dat ook maar liever niet. Ondanks de moderne 21e eeuw, wil de man nog altijd de gorilla spelen. Ze juichen het feminisme wel toe, maar zien niet graag dat vrouwen ook ineens gorilla’s worden en de man verandert van gorilla naar het kleine kapucijneraapje meneer Nilsson van Pippi Langkous… Dat kunnen we ze niet aandoen. En daarom speel ik meestal dat lieve, onschuldige aapje en laat ik de man een gorilla zijn. Op slinkse wijze krijg je als vrouw dan uiteindelijk toch wel wat je wil, maar daar hoef ik geen oergeluiden bij te maken. 


woensdag 10 april 2013

Zo moeilijk is het niet (Stellingwerf 10-4-13)



‘Doe gewoon wat je leuk vindt,’ is het beste advies wat ik de afgelopen twee weken te horen heb gekregen. Ik heb al eerder vermeld dat ik keuzes maken moeilijk vind en er stond een belangrijk keuzemoment voor de deur. Namelijk het kiezen van mijn specialisatie. Doodeng, want misschien kies ik wel het verkeerde. Misschien ga ik wel iets doen wat ik uiteindelijk helemaal niet leuk vind! Daarom vroeg ik een lerares op mijn school wat ik moest doen. Ze keek mij glimlachend aan en haalde haar schouders op. ‘Je moet gewoon doen wat je leuk vindt. Dan komt uiteindelijk alles wel goed.’

Weg was de stress, want het is wel heel simpel gezegd, maar het is ook waar! Als je doet wat je leuk vindt, dan kom je er uiteindelijk wel. Misschien moet iedereen dat gewoon doen. Ga je dromen achterna en probeer ze daadwerkelijk in te halen. Koop die leuke tas die je al twee jaar wilt, maar niet durft te kopen. En ga naar plekken die je van kleins af aan al wilt zien. Je werkt nu toch? Koop een ticket en vertrek. Hoe moeilijk kan het zijn? En als je het leuk vindt?

Ik ga haar advies in ieder geval opvolgen. Wat ik nu leuk vind, vind ik misschien over tien jaar wel niks meer aan. Ik wil niet eindigen als een oude oma die spijt heeft van dingen die ze niet heeft gedaan. Ik heb liever dingen gedaan, die uiteindelijk niet helemaal de juiste keus waren. Dan dingen waarvan ik altijd blijf gissen over hoe het dan zou zijn geweest. De woorden: ‘wat als’ bestaan niet meer in mijn hoofd. Tja, wat als ik het niet leuk vindt? Pech gehad! Dan bestaan er genoeg andere opleidingen en carrièrekeuzes waarin je het wel waar kunt maken. Of je nou dertig of vijftig bent. Je weet niet wat voor toekomst er in het verschiet ligt. Daarom is het beste advies wat iemand jou kan geven eigenlijk heel simpel! Als je doet wat je leuk vindt, heb je uiteindelijk nergens spijt van. Je hebt ervan genoten en je kijkt er met een goed gevoel op terug. Dat is wat belangrijk is. Dat is wat je moet onthouden. En dat is wat ik ga doen.

woensdag 27 maart 2013

Vooroordelen? Weg ermee! (Stellingwerf column)


Ik heb vorige week twee jonge mensen geïnterviewd die op hun 15e en 19e ouders zijn geworden. Nu zijn ze 18 en 22, maar al zo veel ouder dan hun leeftijdsgenoten. Ik vond het een indrukwekkend verhaal. Ze woonden in de buurt van Assen, maar zijn naar Amsterdam verhuisd om het werk, maar ook omdat ze de vooroordelen zat zijn. ‘In een dorp wordt ontzettend veel geroddeld. Als je vriendin 15 is en zwanger? Reken maar dat iedereen je dan in de gaten houdt.’

Ergens begrijp ik het wel. In een dorp kent iedereen elkaar zo’n beetje. ‘Heb je ’t al gehoord?’ is een veelgehoorde zin als je bij iemand op de koffie gaat. Het gaat al snel over andere buurtbewoners of kennissen. In een dorp is er een sterke mate van sociale controle, maar er bestaan blijkbaar ook veel vooroordelen over, in dit geval, jonge ouders.

Op tv zien we de probleemgevallen. Amerikaanse series laten een beeld zien van jonge, overdreven en onverantwoordelijke meisjes die hun kind bij hun moeder laten om zelf te gaan feesten. Ze blijven tijdens de zwangerschap rustig doorroken. De man in kwestie is altijd een egocentrische zak die ruzie maakt met het meisje en uit beeld verdwijnt of in de bak belandt. Is dit beeld waarheidsgetrouw? Natuurlijk niet. Het komt heus wel voor, maar vergis je niet. In de tv-wereld is veel voorgekauwd, in scene gezet of er is geknipt in het materiaal, alsof het lijkt dat mensen altijd ruzie hebben.

Laten we met zijn allen eens met een open blik naar de wereld kijken. Gooi al die vooroordelen over de boeg en vraag eens oprecht of het jonge meisje het redt en hoe ze het vindt om zo jong moeder te zijn. Ik weet zeker dat je versteld zult staan van het doorzettingsvermogen en doortastendheid van deze jonge ouders. De mensen die ik geïnterviewd heb, zijn al heel jong volwassen geworden. Dat merk je aan alles. Ze hebben een grote mate van verantwoordelijkheid en staan zelfverzekerd met beide benen op de grond in de wereld, met een ontzettend schattig zoontje aan hun handen. ‘Spijt? Absoluut niet,’ zeggen ze allebei in koor aan het einde van het interview.



woensdag 13 maart 2013

(Nep)boerendochter - Stellingwerf 13-3-2013


Mijn handen op het stuur, gezichtje uiterst geconcentreerd en de voeten op de pedalen. Nadat mijn vader voor de zoveelste keer had uitgelegd waar de koppeling, gas- en rempedaal zit, was het weer eens zo ver. Ik mocht weer eens meehelpen op de boerderij!

Mijn vader is nu al een paar jaar geen boer meer, maar ik ben van oudsher nog altijd een boerendochter. Als mensen negatief over boeren praten, trek ik mij dat aan. Ik vind het irritant en vooral bekrompen. De mensen die het zeggen, zijn vaak nog nooit op een boerderij geweest en weten niet dat het altijd hard werken is. Ja, je woont lekker op de ruimte, maar daar moet je ook genoeg voor doen! En dan troost ik mezelf met de gedachte dat ze kortzichtig zijn en ik wel beter weet.

Een boerendochter heeft misschien een aantal kenmerken, of wordt geacht die kenmerken te bezitten. Waaronder: kennis van het boerenleven, kennis van dieren en een nuchtere kijk op dingen. Veel dingen weet ik wel, maar in andere dingen faal ik hard. Als gevolg: heel harde lachsalvo’s.

Als kind was ik bijvoorbeeld doodsbenauwd op de trekker met mijn vader. Mijn vader, natuurlijk een uitstekende chauffeur, maar ik vertrouwde het allemaal niet. Hij zat soms tijden achteruit te kijken of alles goed ging, waarop ik bang was dat we in de sloot zouden belanden. En ongeveer twee maanden terug maakte ik de grote fout om te zeggen dat het toch wel veel werk voor die boeren moet zijn om die blauwe strepen op de ruggen van schapen te spuiten. Het bleef een paar seconden stil. En toen barstte het gelach los.
‘Lieve schat, dat doet de ram zelf!’
‘Zelf?’ schaapachtig staarde ik ze aan.
‘Hij heeft een tuigje met een dek blok om. Dat schuurt dan de rug van het schaap…’
‘Oh,’ mompel ik lachend. ‘Tja, we hadden ook nooit schapen hè…’ voer ik dan maar als excuus aan. Ik troost mij met de gedachte dat heel veel mensen dit niet weten en ik het nu in ieder geval nooit meer zal vergeten! 
Kleine Maaike op de trekker


zaterdag 2 maart 2013

Lekker puh!


‘Weet je wat ik heb?’ Een meisje van een jaar of acht kijkt met een trots gezichtje en rechte rug naar het jongetje dat naast haar zit. Ze glimlacht dametjesachtig en begint dan op haar handen te tellen.
‘Ik heb lekker een iPad, iPhone, iPod, laptop en ook nog een televisie op mijn kamer.’
Bron: groetenuitsoest.nl 
Het jongetje naast haar staart haar een paar tellen nogal beduusd aan. Het meisje kijkt nog altijd met een verwend gezichtje naar het jongetje naast haar. Ze steekt nog net niet haar tong naar hem uit.
‘Nou,’ begint het jongetje met harde stem. ‘Ik heb lekker dat ook bijna allemaal.' Hij pauzeert heel even. 'En ik heb ook nog een hoogslaper! Die heeft mijn papa zelf gemaakt hoor!’ Hij zet zijn handen in zijn zij en staart net zo arrogant terug. Het meisje weet niets meer te zeggen druipt ietwat teleurgesteld af. Zo'n hoogslaper, tja, daar kan niemand tegenop!

woensdag 27 februari 2013

Kleine basisschool, groot hart! (Stelingwerf 27-2-2013)


“Kleine basisscholen moeten dicht” kopten verschillende kranten vorige week. Er wordt al langer over gesproken, maar nu lijkt het dat scholen die minder dan 100 leerlingen dicht moeten. Er is veel discussie over. Ik weet niet wat beter is. Er zijn goede argumenten voor het sluiten van de kleine scholen, maar ook goede argumenten voor het behouden van kleine scholen.

Ik weet alleen dat ik op een kleine basisschool in Oldelamer zat. Rond groep acht vierden we de komst van de 50e leerling. Een hele happening voor de school destijds! Nu, rondom deze berichtgeving, denk ik wel eens even terug aan die school. Ik heb er echt een heerlijke tijd gehad. Omdat het zo’n kleine school was, kende iedereen elkaar. De meesters en juffen kenden ieder kind en waren je nog niet vergeten als je in groep acht zat. En ze zijn je tien jaar later ook nog niet vergeten! In de supermarkt zeg je elkaar nog wel eens gedag en dat is leuk!

Iedereen mocht elk jaar meedoen aan de musical. Op grote scholen mag alleen groep acht hieraan meedoen. Op kleine scholen doet de hele school mee! Groep één en twee onder leiding van de kleuterjuffen. Groep drie, vier en vijf doen hun eigen ding in de musical. En groep zes, zeven en acht mogen de hoofdrollen vervullen. Je bent samen bezig een ontzettend leuke musical neer te zetten. Geweldig vond ik dat altijd.

Ik was best een verlegen kind, maar ik werd niet vergeten in de massa. Er was genoeg individuele aandacht. Als ze doorhadden dat ik deed alsof, kwam de leraar bij me en legde hij rekenen nog een keertje uit. Ze zagen dat ik dat moeilijk vond. Ik weet niet hoe ik het op een grote school gehad zou hebben. Dat kan ik niet beoordelen. Maar ik weet wel dat ik O.B.S. De Lamer een warm hart toedraag. Wat mij betreft blijft dat schooltje lekker staan. Helaas maak ik de regels niet, maar die tijd daar was geweldig en zal ik in ieder geval nooit vergeten.

woensdag 13 februari 2013

Commerciële rotzooi (Stellingwerf)


Het is deze week de week van de liefde! Je wordt doodgegooid met dingen voor Valentijnsdag. Grote ansichtkaarten, chocolaatjes, snoepjes, luchtjes en romantische rozenblaadjes. Op deze dag laten sommige mensen aan elkaar weten dat ze elkaar stiekem heel leuk vinden. En wanneer je al een relatie hebt, kun je laten zien dat je echt van elkaar houdt. Mijn mening: het is commerciële rotzooi.

Als klein meisje vond ik het nog wel een romantisch idee. Je kon iemand laten weten dat je verliefd op diegene was en dan was hij misschien ook wel verliefd op jou. Toch ging elk jaar voorbij en niemand verklaarde aan mij de liefde op Valentijnsdag. Het veranderde in een depressieve dag. ‘Alweer geen kaartje…’ zuchtte ik soms. Op school kregen de populaire meisjes een roos. De gewone meisjes stonden een beetje bij de kluisjes naar die meisjes te kijken. Vol van jaloezie.

Voor mij geen grote kaartjes in de brievenbus. De hoop begon een beetje weg te zakken, tot ik op een dag thuiskwam en er een aantal Valentijnskaarten bezorgd waren. ‘Yes!’ dacht ik. ‘Eindelijk!’ Er waren kaartjes! ‘Zijn die voor mij?’ vroeg ik hoopvol. Mijn moeder schudde haar hoofd en wees naar de krullenbol op de bank. ‘Nee, voor je broer,’ zei ze glimlachend. Ik staarde naar de kaartjes en schudde ontzet mijn hoofd. ‘Drie stuks? Wie zijn dat allemaal wel niet.’ Mijn broer lachte en haalde zijn schouders op.

Op die dag heb ik echt afscheid van Valentijnsdag genomen. En nu ik een relatie heb, doen we er ook niets aan. Als je elkaar leuk vindt, mag je toch ook best op een andere dag lief zijn en uit eten gaan? Ik wil best een keer een leuk kaartje krijgen, maar niet met Valentijnsdag. Dan wordt het weer zo’n cliché… En daar houden we niet van! Valentijnsdag is commercie en liefde is er altijd om lief voor elkaar te zijn.